Hogere straffen in Amsterdam: kan dat zomaar?
Fiorella Opromolla
redacteur Online
Fiorella Opromolla
redacteur Online
Iemand die een vuurwapen bezit in Amsterdam, hangt een zwaardere straf boven het hoofd dan iemand die daar op een andere plek voor wordt opgepakt. Amsterdamse rechters hebben onderling afgesproken om daar zwaardere straffen voor uit te delen. De reden: ze vinden het onacceptabel dat er zoveel liquidaties en steekpartijen zijn in de hoofdstad, schrijft het Algemeen Dagblad.
De straffen in de Amsterdamse rechtbank kunnen vier keer hoger uitvallen dan bij vergelijkbare zaken op andere plekken in Nederland. Maar kunnen rechters in de hoofdstad dat zomaar beslissen?
Het antwoord is simpel: ja, dat kan. "Nederland kent een scheiding der machten, en de rechterlijke macht is daarvan een belangrijke pijler. Bovendien zijn rechters altijd onafhankelijk", vertelt Sonja van der Graaf, woordvoerder van de Raad voor de Rechtspraak. Dat betekent dat rechters zelf beslissingen mogen nemen over straffen.
Bij het bepalen van de strafmaat wordt er altijd met drie zaken rekening gehouden. Allereerst de wet: daar staat een maximumstraf in voor een strafbaar feit. Ten tweede zijn er richtlijnen voor het Openbaar Ministerie. Die kunnen een handvat bieden bij het bepalen van de straf.
En dan zijn er nog de zogenoemde oriëntatiepunten voor straftoemeting voor rechters.
Die oriëntatiepunten geven de straf weer die rechters meestal voor dat feit opleggen, en het zijn slechts uitgangspunten. Maar een lokale rechtbank kan daar van afwijken, bijvoorbeeld omdat er speciale omstandigheden zijn. Een voorbeeld van zo'n omstandigheid kan het hoge aantal gevallen van wapenbezit in Amsterdam zijn.
Steeds meer rechters in Amsterdam zien een trend in de zaken die zij behandelen die betrekking hebben op wapenbezit.
Waarom komen de Amsterdamse rechters precies nu met net nieuwe beleid? "Daar is geen directe aanleiding voor", vertelt Domien Huijbregts, woordvoerder van de Amsterdamse rechtbank. "Er is ook geen specifieke strafzaak waardoor we dit doen. Maar meer rechters in Amsterdam zien een trend in de zaken die zij behandelen die betrekking hebben op wapenbezit."
Iedere zaak is anders, dus de straffen hoeven niet altijd per definitie hoger te zijn in Amsterdam. "De nieuwe oriëntatiepunten moet je als een houvast beschouwen", zegt Huijbregts. "Als je als rechter tien zaken behandelt, dan kan je vergelijkbare straffen opleggen. Maar iedere zaak is anders, kent ander gedrag en andere omstandigheden. Daarom verschilt de straf altijd per zaak."
Rechtsongelijkheid
Henny Sackers, hoogleraar bestuurssanctierecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen, verwacht dat advocaten in Amsterdam gaan stellen dat er sprake is van rechtsongelijkheid. "Eigenlijk moeten de vier Nederlandse gerechtshoven dat verschil gelijk gaan trekken in de hoger beroepssfeer. En de Hoge Raad moet die nationale eenheid vervolgens bewaren."
Rechters hoeven zich eigenlijk maar aan twee kaders te houden: de minimale en maximale strafhoogte. "De rechter is vrij om de straf zelf te bepalen, als het maar daarbinnen blijft", vertelt Sackers. Ook zijn rechters niet verplicht om de richtlijnen van het Openbaar Ministerie op te volgen. "Dat mogen ze zelf bepalen. Die richtlijnen zijn slechts eisen, ook zodat burgers weten uit welke hoek de wind waait."
Sackers ziet de aanpassing van de Amsterdamse oriëntatiepunten als een reactie op de strafeisen die het Openbaar Ministerie stelt voor vuurwapenbezit. "Het lijkt alsof de rechters in Amsterdam de oordelen van het Openbaar Ministerie te laag vinden."