Overheid betaalt steeds meer kinderopvangkosten
De kinderopvang wordt steeds meer betaald met toeslagengeld. 73 procent van de declarabele opvangkosten werd de eerste vier maanden van dit jaar betaald door de overheid. In 2018 was dat 70 procent, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het deel toeslagengeld is na 2010 niet meer zo groot geweest.
In 2018 werd er al 2,6 miljard euro aan kinderopvangtoeslag uitgekeerd. De verwachting is dat dit bedrag dit jaar zal stijgen, omdat de overheid het budget voor kinderopvangtoeslag heeft verhoogd. Gemiddeld ontvingen ouders het afgelopen jaar 4200 euro aan kinderopvangtoeslag.
BSO in kindercentra duurder
De buitenschoolse opvang (BSO) zal dit jaar voor een deel van de ouders duurder zijn, constateert het CBS. Dat komt doordat de overheid het maximum-uurtarief dat wordt vergoed voor de BSO heeft verlaagd van 6,95 euro naar 6,89 euro in 2019.
Ouders krijgen dus minder terug, want de uurtarieven van BSO-organisaties liggen ruim acht op de tien keer op of boven het maximum-uurtarief dat gedeclareerd kan worden. Voor gastouders die kinderen na school opvangen ligt dat percentage rond de 45 procent.
Ouders krijgen meer terug
Voor andere opvangsoorten krijgen ouders juist meer kinderopvangtoeslag. Daar is het maximaal te declareren uurtarief verhoogd. Dat heeft te maken met de verwachte prijsstijging door hogere kwaliteitseisen in de dagopvang.
Ouders krijgen daar dus meer terug voor ieder uur dat hun kind bij de opvang is. Ongeveer 40 procent van de kinderdagverblijven of gastouders hanteert een uurtarief op of boven het maximum-tarief dat gedeclareerd kan worden.
Steeds meer kinderen
Zo'n 40 procent van alle kinderen tussen de 0 en de 12 jaar gaat naar de kinderopvang. Dat zijn bijna 950.000 kinderen. Het is een flinke stijging ten opzichte van 2014. Toen lag dat percentage op 31 procent. De stijging komt vooral omdat veel peuterspeelzalen vanaf 2016 zijn omgebouwd tot kinderopvanglocaties, waardoor ouders ook toeslag ontvangen voor de peuteropvang.