Staatssecretaris Keijzer en minister Wiebes

Energierekening: hoe het ministerie achter de feiten bleef aanlopen

  • Nynke de Zoeten

    politiek verslaggever

  • Nynke de Zoeten

    politiek verslaggever

De ambtenaren van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) hadden bij de discussie over de energierekening geen oog voor daadwerkelijke ontwikkelingen, maar keken alleen naar hun eigen ambtelijke werkelijkheid.

Dit valt op te maken uit stukken die door Nieuwsuur zijn opgevraagd met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur.

In februari breekt er paniek uit binnen het kabinet, omdat het CBS becijferde dat de energierekening dit jaar veel hoger zou uitvallen: gemiddeld 334 euro per huishouden. Precies wat marktpartijen al voorspeld hadden, maar tot dan toe werd dat door het kabinet ontkend. Dat ging uit van gemiddeld 108 euro. Een pijnlijke fout, midden in de discussie over de kosten van de klimaatmaatregelen en de koopkracht, en ook nog eens vlak voor verkiezingen.

Uit de stukken die Nieuwsuur heeft opgevraagd blijkt dat de ambtelijke molens hierna op volle toeren draaien, maar dat niemand waarschuwt dat de cijfers waarop het kabinet zich baseert wel eens achterhaald kunnen zijn, de vele vragen van de oppositie en mediapublicaties hierover ten spijt.

Bangmakerij

"Laten we mensen niet bang maken", zegt staatssecretaris Mona Keijzer in het vragenuur van 11 december naar aanleiding van berichten in De Telegraaf dat de energierekening fors zou stijgen.

Afgezien van die woordkeus hanteert zij de informatie die haar door haar ambtenaren is aangedragen. Het energieverbruik zou dalen en de marktprijzen zouden nauwelijks stijgen. Het kabinet blijft uitgaan van berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uit 2017 en beschouwt de voorspellingen van anderen als "niet realistisch".

Voorbereiding vragenuur staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat

Maar in de loop van januari kunnen ze er ook op het ministerie niet meer omheen dat de prijzen wel stijgen. 5 februari vraagt minister Wiebes zijn ambtenaren in een e-mail of hij niet hopeloos achter de feiten aanloopt.

Hij antwoordt die dag op Kamervragen van 50plus over de kwestie dat de tarieven "hoger zouden kunnen uitvallen". Het ministerie berekent die dagen zelf dat het om een stijging van 227 euro kan gaan, maar maakt dit niet openbaar. Op 16 februari publiceert het CBS een nieuw, veel hoger, bedrag: een stijging van de energierekening met gemiddeld 334 euro.

Paniek op het ministerie

Staatssecretaris Keijzer voelt nattigheid. Had zij in december niet iets heel anders gezegd? "Beste mensen, kan iemand mij toelichten hoe het onderzoek dat het CBS gedaan heeft (...) zich verhoudt tot de cijfers die ik kreeg (...)?", mailt ze dat weekend aan haar ambtenaren.

Op het ministerie zijn ze er niet gerust op. "Journalist vraagt Kamerleden of de staatssecretaris de Kamer verkeerd geïnformeerd heeft. Wil je de handeling doorvlooien en kijken of dat ergens het geval is?" vraagt iemand.

In de dagen erna wordt er alles aan gedaan om Keijzer verder uit de wind te houden.

Niets te verwijten

Crisisteams, hoog ambtelijk overleg, conference-calls tussen de meest betrokken ministers. Iedereen maakt de week erop overuren om antwoorden te geven aan een kritische Kamer.

Wiebes erkent dat het kabinet te stellig is geweest. Er ontstaat twijfel over de betrouwbaarheid van het PBL, onder meer geuit door CDA-leider Buma.

Woensdagmiddag wordt een crisisteam opgericht op het ministerie. "De afgelopen dagen is door iedereen hard gewerkt aan de ophef rond de energierekening. Deze ophef straalt ook uit naar de koopkrachtdiscussie en de doorrekening klimaatakkoord. We stellen een crisisteam in, omdat we verwachten dat de (media)aandacht de komende tijd zal aanhouden".

Het kabinet is er alles aan gelegen om de twijfels over het PBL en de waarde van de doorrekening van het klimaatakkoord weg te nemen. Donderdagavond 21.30 uur bellen de meest betrokken ministers er nog over. Wiebes geeft zijn ambtenaren de laatste wijzigingen door. "Hij neemt morgen 6 exemplaren mee naar de MR (ministerraad) voor de laatste finetuning met betrokkenen."

Geheel volgens de afgesproken lijn benadrukt premier Rutte die vrijdag in zijn persconferentie dat het PBL niets te verwijten valt. En Mona Keijzer had "bangmaken" niet moeten gebruiken, maar verder kan zij er ook niks aan doen. Hoe het dan wel kon gebeuren? "Ik zou het niet weten, maar het is heel fout gegaan (...)", zegt Rutte.

Ook de nu vrijgegeven documenten waarop deze reconstructie is gebaseerd geven geen eenduidig antwoord op wat er is fout gegaan, afgezien van een ambtelijk apparaat dat blijft vasthouden aan officiële stukken en geen oog heeft voor feitelijke ontwikkelingen in de maatschappij.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl