Boze studentenorganisaties dreigen met rechter om renteverhoging
Het verhogen van de rente op studieschulden is volgens twee belangenorganisaties van studenten in strijd met een door Nederland ondertekend verdrag. Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en het Landelijk Studenten Rechtsbureau (LSR) vragen minister Van Engelshoven daarom het wetsvoorstel dat de verhoging regelt in te trekken.
Als de minister vasthoudt aan het wetsvoorstel, zullen de organisaties de Eerste Kamer oproepen het tegen te houden. Ze dreigen met "juridische stappen" als de wet doorgaat.
Extra schulden
Volgens het wetsvoorstel, dat al door de Tweede Kamer is goedgekeurd, wordt de rente op studieleningen gekoppeld aan de tienjaarsrente. Dit zal een student naar verwachting gemiddeld 5500 euro extra schuld opleveren.
Het ISO en het LSR zeggen dat dit in strijd is met het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten. Daarin staat dat het hoger onderwijs "geleidelijk kosteloos moet worden gemaakt". Een renteverhoging is daarmee in strijd, zeggen de organisaties.
Kwaliteit
Bij de invoering van het leenstelsel werd ervoor gezorgd dat Nederland zich aan het verdrag hield, omdat de opbrengst gestoken zou worden in de kwaliteit van het onderwijs. Daarvan is bij de renteverhoging geen sprake: het geld gaat naar de staatskas en het kabinet is niet van plan om het te investeren in het hoger onderwijs, stellen de studentenbelangenorganisaties.
"Noch de kwaliteit van onderwijs, noch de student profiteert van de renteverhoging. Het spekken van de staatskas met het geld van studenten is daarmee onwettig", zegt LSR-voorzitter Brechje Keukens.
Het ministerie van Onderwijs bestrijdt dat de renteverhoging in strijd is met de wet. Volgens het ministerie wordt met de "geleidelijke invoering van kosteloos onderwijs" bedoeld dat "niemand van de diverse vormen van onderwijs uitsluitend om financiële redenen kan worden afgehouden", schrijft minister Van Engelshoven in antwoord op vragen in de Eerste Kamer. En dat gebeurt niet, vindt het kabinet. Voor studenten met minder draagkrachtige ouders is er een aanvullende beurs, studenten krijgen een ov-kaart en kunnen lenen tegen gunstige terugbetaal-regelingen.