Een neusspray met een hormoon verbetert het sociale gedrag van kinderen met autisme, zo blijkt uit een onderzoek van de Stanford Universiteit. Voor het onderzoek kregen dertig kinderen met autisme een maand lang een neusspray met het hormoon vasopressine, of een placebo toegediend. Zowel de ouders als de onderzoekers onderzochten het sociale gedrag van de kinderen voorafgaand aan en na afloop van de vier weken.
De resultaten lijken veelbelovend: de kinderen die het hormoon vasopressine kregen vertoonden socialer gedrag, ook leken ze minder last te hebben van angsten en repetitieve gedragingen. Een positieve uitkomst zo lijkt het, maar niet iedereen is meteen heel enthousiast.
Persoonlijkheid
Lieke Lamb is moeder van een dochter met autisme. Zij is sceptisch over het onderzoek. "Ik heb honderdduizend vragen hierbij", zegt Lamb. "Het is een middel dat het gedrag van kinderen beïnvloedt. Als het gaat om heel storende dingen als angsten, kan ik me daar iets bij voorstellen. Maar als het gaat om iemands persoonlijkheid, wat doe je dan? Kun je ook iemands karakter veranderen? En wordt iemand die anders is, nog wel geaccepteerd?"
Lieke merkte al dat haar dochter "anders was dan andere kinderen" toen ze nog geen vier was. "We zagen een herhaling van patronen. Ze maakte weinig contact met andere kinderen, staarde ze heel lang aan en kreeg daardoor ook ruzie. Alles wat sociaal is, is moeilijk voor haar." Toch ziet Lieke ook een positieve kant: "Kinderen met autisme hebben een aparte manier van kijken, dat kan heel humoristisch zijn. Ze leggen soms te logische verbanden, of nemen dingen te letterlijk."
Scheidslijn
Bijzonder hoogleraar autismespectrumstoornissen aan de Universiteit Leiden, Wouter Staal, vindt de bevindingen van het onderzoek belangrijk. Wel benadrukt hij dat de bevindingen het liefst nog door twee andere studies bevestigd moeten worden.
Ook vraagt hij zich zich af welke kinderen in aanmerking zullen gaan komen voor de medicatie. "Ik vind het heel belangrijk om een harde scheidslijn te maken tussen stoornissen en gewenst gedrag. Je ziet dat er ouders zijn die moeite hebben met gedrag van hun kinderen: ze zijn lastig, druk of leren niet snel genoeg", aldus Staal.
"Het is erg belangrijk dat je je goed realiseert dat je voor ziekte daadwerkelijk een functiebeperking moet hebben. In dit geval dat iemand daadwerkelijk vastloopt in de emotionele ontwikkeling. Als dat niet zo is, dan heb je geen stoornis en moet je zeker niet aan de medicijnen", zegt Staal.
Voorzichtig
De onderzoekers van Stanford benadrukken in hun artikel dat er meer en grootschaliger onderzoek moet worden gedaan. Omdat autisme bestaat uit een breed spectrum waarvan de effecten per individu kunnen variëren, is het volgens de onderzoekers waarschijnlijk dat behandeling ook gepersonaliseerd moet worden.
Hoe het hormoon precies werkt is nog onduidelijk, wel weten we uit eerdere onderzoeken met zoogdieren dat het een belangrijke rol speelt in het sociale gedrag.
Wouter Staal wil de hoop wat temperen. "We kennen de langetermijneffecten niet en we weten niet hoe dit middel samengaat met andere middelen. Het is een hormoon dat allerlei fysieke uitwerkingen kan hebben, bijvoorbeeld op de bloeddruk."
Bovendien acht hij het onwaarschijnlijk dat het medicijn voor iedereen gaan werken: "Ik denk niet dat je met één geneesmiddel kunt uitkomen, dat zal in de honderden uitlopen uiteindelijk."
Toch vindt Staal het een heugelijke bevinding: "Het toont ook weer het belang van wetenschappelijk onderzoek aan."