'Korter douchen loont, maar minder vlees eten zet echt zoden aan de dijk'
Het advies om korter te douchen om water te besparen en zo een mogelijk tekort te voorkomen, valt niet bij iedereen in goede aarde. Waterbedrijf Vitens en waterschappen in Gelderland en Overijssel kwamen daar vanochtend mee.
Mensen willen het genot van een warme douche niet opgeven en denken dat dit maar een beperkt verschil zal maken. "De grote verbruikers zijn de landbouw en de industrie", is een van de Facebook-reacties op het NOS-nieuwsbericht. Een ander wijst op het minder of niet eten van vlees, wat (indirect) veel meer water bespaart. Anderen vinden korter douchen wel een goed idee en pleiten bijvoorbeeld voor duurder drinkwater of om waterzuiveringskosten bij gebruikers in rekening te brengen. We legden het voor aan twee wetenschappers.
Per persoon gebruiken we gemiddeld 4000 liter water per dag, blijkt uit eerder onderzoek door de Universiteit Twente. Het grootste deel daarvan is indirect, dat wordt gebruikt voor de productie van ons eten en onze producten. Inderdaad de landbouw en de industrie dus, maar uiteindelijk wel voor de consument.
Zo'n 3 procent van de 4000 liter, 120 liter, wordt thuis gebruikt en daarvan gaat het meeste op onder de douche. Een relatief klein deel dus, maar toch loont het volgens de Twentse 'waterprofessor' Arjen Hoekstra om daar zuinig mee om te gaan, zeker als het hier droog is. Want bij schaars grondwater komen de drinkwaterleveranciers in moeilijkheden. "Juist drinkwater voor thuis komt uit Nederland. Als je daarop gaat besparen, bespaar je Nederlands water."
Minder vlees eten zet echt zoden aan de dijk, ook in gebieden waar waterschaarste heerst.
Door minder vlees te eten, besparen consumenten inderdaad meer water, omdat aan dierlijke producten zo'n 40 procent van de 4000 liter (1600 liter) opgaat. "Dat is veel effectiever. Een heel groot deel van het land wordt gebruikt voor beesten of voor maïs voor de beesten. In droge zomers wordt dat besproeid, dat kost veel meer water."
Maar het grootste gedeelte van het water dat nodig is voor de landbouwproducten die wij eten, komt uit gebieden waar waterschaarste heerst. "Minder vlees eten zet dus echt zoden aan de dijk, vanwege al het water dat wordt gebruikt voor het maken van veevoer, ook in waterschaarse gebieden zoals de VS, Brazilië en Argentinië waar veel soja voor onze dieren wordt verbouwd. Daar dalen grondwaterstanden of komen rivieren deels droog te staan."
Cultuur van overvloed
Voor veel Nederlanders is het moeilijk om zuiniger aan te doen met al dan niet schaarse producten, omdat we gewend zijn aan een cultuur van overvloed, zegt onderzoeker Shivant Jhagroe van de Universiteit Leiden. "In veel andere landen is het hard werken om überhaupt schoon drinkwater in huis te krijgen, maar in Nederland kunnen we gewoon de kraan openzetten en we hebben schoon drinkwater. Bij droogte wordt ineens duidelijk dat leveranciers moeite kunnen hebben om water te blijven leveren."
Jhagroe deed afgelopen jaren aan de Technische Universiteit Eindhoven onderzoek naar energieverbruik. Daaruit bleek dat mensen niet van plan zijn bepaalde routines te veranderen als ze daarbij moeten inleveren op comfort of hygiëne. "Bij schoonmaken en de was doen was men wel bereid om iets te veranderen op momenten dat de energie goedkoper is, maar bij koken en de oven gebruiken niet. Ik denk dat voor douchen hetzelfde geldt."
Je zou tijdens droogte een hoger tarief kunnen vragen. Met bijvoorbeeld een sociale korting voor mensen die krap bij kas zitten.
De campagne van Vitens en de waterschappen noemt de onderzoeker 'goedbedoeld' en hij denkt dat het goed is voor bewustwording. "Maar dit is iets van een lange adem en campagnes zijn niet voldoende." Volgens Jhagroe zou de overheid een grotere rol moeten spelen.
"Die kan burgers voorbereiden op een toekomst waarin water schaars wordt, met meer periodes van droogte, en ze stimuleren om zuiniger te doen, bijvoorbeeld met prijsprikkels. Je zou tijdens droogte bijvoorbeeld een hoger tarief kunnen vragen, zoals bij experimenten met duurzame energie gebeurt als de zon niet schijnt of de wind niet waait."
Probleem daarbij is wel dat mensen met lage inkomens benadeeld worden. "Je zou daarom kunnen denken aan getrapte tarieven of sociale korting voor mensen die krap bij kas zitten. Want water moet natuurlijk geen luxegoed voor rijke mensen worden."
De uitspraken van mensen dat niet zij maar de landbouw en de industrie zuiniger aan moeten doen, vindt Jhagroe te makkelijk. "Ja, de industrie en landbouw verbruiken veel, maar dat betekent niet dat je je eigen impact kan wegcijferen. Als consument ben je medeverantwoordelijk voor de industrie, omdat jouw vraag aanbod creëert."