NOS Nieuws

Iedereen is het eens: kalversterfte moet omlaag, maar wat is er aan de hand?

Kalveren die in hun eigen mest liggen, tot hun enkels in hun eigen urine staan of geen drinkwater hebben. De beelden van inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit die vanochtend via RTL Nieuws naar buiten kwamen, zijn verontrustend.

Bij ruim 1200 veehouderijen is er sprake van extreem hoge sterfte onder kalveren. Daarvan is sprake als 20 procent van de geboren kalveren binnen twee weken overlijdt. Op die cijfers wordt geschrokken gereageerd. Die excessen moeten uitgebannen worden, maar ook het landelijke gemiddelde sterftecijfer van 11 procent moet omlaag. Dat zeggen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), het ministerie van Landbouw, boerenbelangenorganisatie LTO en de Dierenbescherming in een reactie.

"Het is niet helemaal duidelijk waarom dat percentage nog niet daalt", zegt een woordvoerder van het ministerie van Landbouw. "We dringen er bij de sector al langer op aan dat er een dalende trend te zien wordt."

Het gaat vaak goed

Het ministerie werkt in overleg met de landbouwsector met zogenoemde actieprogramma's, waarin onder meer adviezen staan over de verzorging van de dieren. "Wij vinden het belangrijk dat die actieprogramma's gaan werken. De daling zal niet op korte termijn te zien zijn. Gelukkig doet het overgrote deel van de bedrijven het goed."

Dat benadrukt een woordvoerder van de NVWA ook. Volgens hem is het niet zo dat bij alle ruim 1200 bedrijven sprake is van misstanden omtrent verzorging. "Er spelen meerdere factoren een rol. Het kan ook om pech gaan, bijvoorbeeld met infecties."

Minister Schouten van Landbouw zegt in een reactie bekend te zijn met de problemen:

Schouten: 'Dit is niet goed'

Bij sommige bedrijven zijn er wel ernstige misstanden op het gebied van verzorging van de dieren. Wat gaat er dan bij die veehouders mis? "De belangrijkste oorzaak van de sterfte onder kalveren is gebrekkige hygiëne rond de geboorte", zegt Bert van den Berg van de Dierenbescherming. "Niet alle boerderijen hebben een speciale ruimte waar de bevalling kan plaatsvinden. Ook werken veehouders niet altijd op een hygiënische manier."

In veel gevallen wordt er volgens Van den Berg ook te weinig en te laat biest gegeven. De boer moet die eerste moedermelk met een fles toedienen. "Een kalf wordt dus zonder antistoffen geboren", zegt Van den Berg. "Snel na de geboorte moet het kalf biest krijgen om antistoffen aan te maken." De melkveehouder heeft volgens hem dan ook een cruciale rol. "Melkveebedrijven worden steeds groter. Gaat de veehouder er midden in de nacht uit om biest te geven? Ook de dosering is belangrijk."

Het belang van de biest erkent Dirk Bruins, van LTO, ook. "Je moet ervoor zorgen dat een kalf zo snel mogelijk die eerste moedermelk krijgt. Mijn streven is om dat altijd binnen een half uur te doen. Maar dat lost niet alle problemen in het vroege leven van een kalf op. "

Er kan ook iets anders spelen waardoor het tegenzit. Een kalf grootbrengen is complex, net als bij een baby. Daar is veel zorg en aandacht voor nodig. Je kunt bovendien niet overal wat aan doen, soms kan er ook een infectie of dierziekte optreden bijvoorbeeld."

Van den Berg wijst daarom ook op de noodzaak van schone boxen waarin de kalveren geplaatst worden. "Is deze gereinigd of zit er nog vuil in van het vorige kalf? Wanneer een kalf diarree krijgt geven sommige veehouders soms meteen antibiotica, terwijl het eerst erg belangrijk is vast te stellen om welke bacterie het gaat."

De boer en het systeem

Hij denkt dat de kern van het probleem deels bij de boeren zelf ligt, en deels bij het systeem. "Veel hangt af van de veehouder zelf, maar de toenemende nadruk op het geven van melk in plaats van de zorg voor het kalf is ook bepalend." Dat laatste is volgens Van den Berg ook de reden dat de sterftecijfers maar niet afnemen. Ook bij andere veehouders liggen sterftecijfers onder jonge dieren structureel hoog, zegt hij.

Van den Berg stelt voor de kalveren niet al na 14 dagen naar de kalvermesterij te laten gaan en langer bij een veebedrijf moeten blijven. "Dat is allemaal erg belastend voor het immuunsysteem van een jong dier." Maar Bruins van LTO ziet dat anders. "Eerder was dat nog korter dan 14 dagen. Dat hebben we al verlengd. Nu kun je echt wel zeggen dat ze dan door de kwetsbare periode heen zijn."

Als het bij bedrijven nu te vaak misgaat en het sterftecijfer te hoog blijft, kan de NVWA bedrijven onder toezicht stellen. "Bedrijven krijgen een bepaalde tijd om de problemen aan te pakken", zegt de woordvoerder van de toezichthouder. "Dat kan ook gaan om enkele uren of dagen, afhankelijk van de problematiek."

Vervolgens kan een last onder dwangsom worden opgelegd, kan het probleem op kosten van de veehouder worden verholpen en kunnen de dieren in een uiterst geval worden weggehaald of verkocht.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl