Vaker ongewenste seksuele handelingen bij meisjes in speciaal onderwijs
Meisjes in het voortgezet speciaal onderwijs worden veel vaker gedwongen tot seksuele handelingen dan meisjes in het regulier onderwijs. 27 procent van de meisjes die naar een speciale vmbo+-school voor ernstige gedragsproblemen of een psychiatrische problematiek (cluster-4) gaan, is daar ooit toe gedwongen. In het regulier onderwijs gaat het om 7 procent.
Dat blijkt uit onderzoek van kenniscentrum seksualiteit Rutgers en Soa Aids Nederland. In de meeste gevallen gaat het om ongewild tongzoenen (27 procent tegen 14 procent in regulier onderwijs) en het aanraken van billen, borsten of geslachtsdelen.
Ook komt het bij meisjes op cluster-4-scholen vaker voor dat ze tegen hun wil een jongen of zichzelf moeten bevredigen (15 procent tegen 3 procent) of geslachtsgemeenschap (13 procent tegen 3 procent) hebben.
'Meisjes met ADHD en autisme zijn kwetsbaarder'
Onderzoeker Hanneke de Graaf van Rutgers ziet wel een verklaring voor die verschillen. "We hadden het wel verwacht, want meisjes die op zo'n speciale school zitten, hebben vaak te maken met ADHD of autisme en dat maakt ze kwetsbaar voor seksueel overschrijdend gedrag."
Daarnaast hebben die kinderen vaak een moeilijke jeugd. "Ze hebben vaak te maken met jeugdzorg. Ze zijn kwetsbaarder voor dit soort ervaringen."
Bij jongens die op een cluster-4-school zitten, zijn nauwelijks verschillen met het regulier onderwijs. Hoe dat komt, is niet goed te verklaren. Mogelijk komt het voort uit de beperkingen van het onderzoek. Er zijn relatief weinig jongeren bevraagd en dat maakt de kans op vertekening van de resultaten groter (zie kader).
Naaktfoto's appen
Relatief veel meiden op cluster-4-scholen hebben weleens een naaktfoto of een seksfilmpje van zichzelf met iemand gedeeld, bijvoorbeeld via Whatsapp. Een kwart van de ondervraagde meisjes deed dat. In het regulier onderwijs ligt dat rond de 6 procent.
De Graaf: "We zien ook dat die meisjes überhaupt veel seksueel actiever zijn dan meisjes in het regulier onderwijs. En dan komt sexting misschien ook wat sneller om de hoek kijken."
De onderzoekers hebben ook gekeken naar kinderen op scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen. Daar werden ook hogere percentages verwacht, maar die kwamen niet uit het onderzoek. Rutgers vermoedt dat ouders en scholen kinderen van wie ze weten of vermoeden dat ze seksueel misbruik hebben meegemaakt niet lieten meedoen aan het onderzoek.
Ook is bekend dat het bij mensen met een verstandelijke beperking lastig is om seksueel misbruik te ontdekken. Ze snappen zelf niet altijd wat hen is overkomen.
Hanneke de Graaf van Rutgers vindt dat bij de seksuele voorlichting op scholen de nadruk meer moet komen te liggen op waar de grenzen liggen. "Je ziet dat het nu vooral gaat over anticonceptie en condooms."