Geen gebarentolk na aanslag Utrecht: 'Ik voelde me tweederangsburger'
Levi van Eck
redacteur Online
Levi van Eck
redacteur Online
Het viel direct op bij belangrijke persconferenties na de aanslag in Nieuw-Zeeland: er was overal een tolk gebarentaal aanwezig. Ook in veel andere landen is bij persconferenties van de autoriteiten een gebarentolk, iemand die voor dove mensen vertaalt wat er wordt gezegd. In Nederland werd die tolk bij veel doven vorige week gemist, na de aanslag in Utrecht.
De koepelorganisatie van mensen met een lichamelijke handicap Ieder(in) kwam vandaag met een oproep om hier ook tolken in te zetten. "Het is niet meer van deze tijd dat mensen met een beperking bij zaken als een aanslag afhankelijk van anderen moeten zijn", zegt directeur Illya Soffer. "Om voor dove mensen goed te kunnen duiden wat er aan de hand is, vinden wij het belangrijk dat het real-time wordt ondertiteld, maar dat er ook altijd een gebarentolk is."
"Ik voelde me een tweederangsburger", zegt Sarah Muller. Ze werkt bij het Nederlands Gebarencentrum en is zelf ook doof. Het was voor veel dove mensen een beangstigende dag, zegt ze. "Ik ben die dag vooral via Facetime gaan tolken voor mijn moeder en tantes die ook doof zijn. Ik kan zelf vrij goed Nederlands lezen, dus ik kon het prima volgen. Maar voor hen was niet goed te begrijpen wat er aan de hand was", zegt Muller via een WhatsAppgesprek.
Hoewel ondertiteling belangrijk is voor dove mensen, is het niet voldoende, zegt gebarentolk Sebastiaan Boogaard. "Als de burgemeester spreekt over 'een zwarte dag voor Utrecht', kunnen dove mensen dat letterlijk opvatten. Die zullen denken aan de kleur zwart. Je moet je voorstellen dat je op de radio hoort dat er breaking news is en dat de uitzending vervolgens overgaat in het Frans. Van de woorden die je wel kan verstaan, ga je dan zelf zinnen proberen te maken."
Muller herkent dat. "Veel doven volgen liever gebarentaal. Ze zijn het Nederlands niet altijd goed genoeg machtig om precies te begrijpen wat er gebeurt. Bij calamiteiten moet er daarom altijd een gebarentolk ingezet worden. Het is onbegrijpelijk dat dat in een welvarend land als Nederland blijkbaar niet kan."
Verslaggever Martijn Bink ging langs bij Lisa, die ook doof is en problemen had het nieuws te volgen na de aanslag in Utrecht:
Eerder meldde de NPO al dat een gebarentolk niet gebruikelijk en lastig in te plannen is bij ingelaste uitzendingen zoals vorige week. Wel benadrukt de publieke omroep dat alle uitzendingen live werden ondertiteld en dat daarmee het grootste deel van de mensen met een auditieve beperking werd bediend.
Nu zet de NPO gebarentolken in bij de NOS Journaals tot 9.00 uur 's ochtends, op Prinsjesdag, bij de Kersttoespraak van de koning en de Sinterklaasintocht. De organisatie zoekt uit of ze het aantal uitzendingen met gebarentolken kan uitbreiden, maar dat zal vooral bij evenementen zijn.
Sarah Muller snapt dat het lastig in te plannen is, maar dat komt volgens haar omdat er nu helemaal geen afspraken zijn over het inzetten van een tolk. "De NPO moet meer moeite doen om hierover een concrete afspraak te maken. Bij een calamiteit is het voor ons gewoon mogelijk om een tolk in te zetten. Ik snap dat de NPO gebonden is aan een budget, maar het gaat om toegankelijkheid. Uiteindelijk kom je dus bij de overheid terecht."
Gebarentolk bij persconferenties
In een reactie over het inzetten van een tolk bij persconferenties, zoals je veel in het buitenland ziet, zegt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid dat er over een paar weken een evaluatie komt over de aanslag in Utrecht. Hierin zal waarschijnlijk ook iets gezegd worden over het wel of niet inzetten van een tolk voor doven.
Illya Soffer vindt eigenlijk dat er geen goede reden is om geen gebruik te maken van een gebarentolk. "Nederland heeft in 2016 het VN-verdrag Handicap getekend. Daarin hebben we met elkaar afgesproken dat alle mensen met een beperking toegang moeten hebben tot de samenleving en dus ook toegang tot belangrijke informatie. Toegankelijke communicatie, zeker bij gevaar, is geen gunst, maar dat is een mensenrecht."
Soffer gaat daarom deze week contact opnemen met minister De Jonge van Volksgezondheid en minister Grapperhaus van Veiligheid. "Iedereen in Nederland moet mee kunnen doen. Dan kan je dus niet een deel van de mensen buitenspel zetten door ze geen informatie te geven."