Werken in kamp met IS'ers: 'Ik twijfel voor het eerst om hulp te geven'
Remy Hersbach
redacteur Online
Remy Hersbach
redacteur Online
Wat doe je als hulpverlener in een kamp met onder andere vrouwen en kinderen van IS-strijders? Met die vraag worstelde Tineke Ceelen van Stichting Vluchteling toen ze deze week het vluchtelingenkamp Al-Hol in het noordoosten van Syrië bezocht.
Nu het laatste IS-bolwerk Baghouz onder vuur wordt genomen, belanden steeds meer mensen in het Syrische kamp. Er zitten nu 70.000 mensen, onder wie naar schatting 7000 Syriëgangers uit het Westen. Het gaat vrijwel alleen maar om vrouwen en kinderen. Niet alleen slachtoffers van IS, maar dus ook veel sympathisanten van de terreurgroep.
De situatie in het kamp is slecht, meer dan honderd kinderen zijn volgens de VN omgekomen aan de gevolgen van ondervoeding, longontsteking en diarree. "Het is voor het eerst in 15 jaar dat ik een plek bezoek waar de nood enorm hoog is, maar waar mijn gevoel twijfelt over het geven van hulp."
Ceelen zegt niet te weten hoeveel IS-sympathisanten er zijn. "Maar ik zag veel fundamentalistische moslimvrouwen. De mensen die nu recent het kamp binnenkomen, zijn duidelijk mensen die IS ondersteund hebben. En ze zijn fel aanhanger van IS. Deze dames roepen luidkeels dat ze de 'vrouwen van IS zijn' en leggen hun wil op aan andere bewoners in het kamp. Ze bepalen steeds meer de sfeer, die grimmiger wordt. Daardoor wordt het werk voor hulpverleners steeds ingewikkelder."
De directeur van Stichting Vluchteling sprak met een aantal vrouwen in een wachtruimte van een kliniek in het kamp. "Vrouwen met kinderen, die er echt slecht aan toe zijn. Het is diep schokkend om te zien waar deze kinderen vandaan komen. Kinderen die een ledemaat missen, een beentje of armpje. Zwaar ondervoed, grote bange holle ogen die je aankijken."
Ceelen: "Sommigen keken onmiddellijk weg, een vrouw begon te huilen. Ze had een kindje op haar arm en smeekte om hulp."
Later hoorde ze van dezelfde hulpverleners dat de vrouwen met wie ze gepraat had, waren aangesproken door conservatieve vrouwen uit het kamp. "Ze werden aangesproken op de manier waarop ze gekleed waren. Dat als ze zich niet fatsoenlijk zouden kleden, ze wel eens hun keel zouden doorsnijden. Die sfeer zie je steeds meer in het kamp. Je ziet met je eigen ogen dat de kinderen heel hard hulp nodig hebben. Het wordt erger, het fundamentalisme. De mensen zijn orthodoxer, strenger in de leer."
Ceelen heeft er hoorbaar moeite mee. "Dit zijn stuk voor stuk mensen, die linksom of rechtsom iets met IS te maken hebben. En ik ken de verhalen van de slachtoffers van IS, die de gruwelen en de gevolgen levenslang met zich mee moeten dragen. Dat hebben deze mensen op hun geweten. Dat maakt gevoelsmatig dat je ze niet wil helpen: barst erin, jij hebt hier zelf voor gekozen. Zo voel je dat. Maar tegelijkertijd zijn humanitaire principes helder: je helpt mensen in nood. We zullen die hulp geven."
'Waarom moet ons geld naar zulke mensen?', was een vraag die ook intern bij Stichting Vluchteling leefde. "Er zijn heftige discussies voorafgegaan aan mijn bezoek. Maar je moet ze wel helpen: 60 procent van de mensen in het kamp zijn kleine kinderen. Ik ben bang als je ze niet helpt, je de monsters van de toekomst creëert."
Terug naar Nederland?
Tijdens haar bezoek aan het kamp zag Ceelen hoe kinderen executies naspelen. "Kinderen doen alles na, die hebben executies en onthoofdingen gezien. Dat zie je ook terug in de spelletjes die ze spelen. De verliezer wordt, bij wijze van spreken, onthoofd."
Ceelen pleit ervoor om Nederlandse jihadvrouwen en hun kinderen naar Nederland te halen. "Vroeg of later komen die kinderen toch terug naar waar ze vandaan komen. Volgens mij hebben we met zijn allen de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de kinderen niet verder het slechte pad op gaan. Hoe sneller ze terugkomen, hoe beter."
Een duivels dilemma: moet Nederland Syriëgangers terughalen? NOS op 3 maakte daar deze video over: