Wadi Ghazi woont in Libanon, waar hij tweederangsburger is door zijn Syrische nationaliteit. Hij wil een beter leven voor zijn vijfjarige dochter Allsa en besluit met haar naar Europa te reizen. Maar in Kroatië slaat het noodlot toe: Ghazi raakt zijn dochter kwijt. "Daar is alle narigheid begonnen."
De twee zijn op dat moment onderweg met een Iraakse familie die ze eerder tijdens de reis hebben ontmoet. Omdat het klikt tussen zijn dochter en de kinderen van het gezin, besluiten ze de komende maanden de reis door te zetten naar Nederland.
"Ik heb met ze afgesproken dat we samen door Kroatië zouden reizen. Daar trokken we door de bergen. Op een zeker moment raakte ons eten op. Ik besloot het dal in te gaan, naar een dorp met een supermarkt. Ik liet mijn dochter bij het Iraakse gezin."
Aangehouden
Maar als Ghazi met twee volle boodschappentassen uit de supermarkt loopt, wordt hij aangehouden door de politie. "Ik denk dat de winkel ze gebeld heeft dat er een vreemdeling rondliep. De politie nam mijn geld, sloeg me, gooide mijn telefoon kapot en zette me over de grens met Bosnië. Maar diezelfde avond ben ik Kroatië weer ingelopen."
Wadi gaat terug naar de plek waar hij Allsa en het gezin heeft achtergelaten, maar daar is niemand meer. Op dat moment beseft hij dat hij zijn dochter kwijt is. Op de site van het Rode Kruis staan nog 5000 mensen die hun familielid kwijt zijn geraakt tijdens hun vlucht naar Europa. Een foto van de vijfjarige Allsa is verspreid onder internationale politie-eenheden. Nog steeds heeft Ghazi geen idee waar Allsa is.
Waarom de familie niet gewacht heeft op Ghazi is hem niet duidelijk. "Misschien waren ze bang en zijn ze gevlucht." Hij realiseert zich hoe bizar zijn verhaal klinkt. "Als mensen dit verhaal horen zullen ze zeggen: hoe kan iemand nou zijn kind verliezen? Dat snappen ze niet. Ik snap het zelf ook niet."
Meteen kwam de vraag op: waar zijn al die kinderen dan? Wat is er met hen gebeurd?
Toch is Ghazi zeker niet de eerste vluchteling die onderweg een familielid is kwijtgeraakt. Tenminste 10.000 onbegeleide kinderen zijn zoekgeraakt nadat zij in Europa zijn aangekomen, schrijft The Observer begin 2016. De Britse krant baseert zich op cijfers van Europol, die zijn cijfers weer heeft van de International Organization for Migration (IOM).
Het nieuws doet veel stof opwaaien. Europol benadrukt dat 10.000 geen 'hard' getal is: het gaat om een optelsom van de in 2016 bekende cijfers. Het precieze aantal vermiste vluchtelingenkinderen wordt niet bijgehouden, alleen het aantal minderjarigen dat verdwijnt uit de Beschermde Opvang en andere vormen van COA-opvang. In Nederland liepen vorig jaar tien alleenstaande kinderen weg uit de Beschermde Opvang en 350 uit andere vormen van COA-opvang.
Europarlementariër Hilde Vautmans van Open Vlaamse Liberalen en Democraten publiceerde het boekje Waar zijn ze, over dit onderwerp. "Gaat het over vermiste vluchtelingenkinderen, dan zie ik nergens foto's of affiches. Toen ik over de Europol-cijfers las, kwam bij mij meteen de vraag op: waar zijn al die kinderen dan? Wat is er met hen gebeurd?"
Vautmans ging te rade bij Brian Donald, stafchef bij Europol en de man achter het rapport. Volgens zijn bronnen was de helft van die kinderen verdwenen in Italië. In het beste geval zijn de kinderen naar een ander land gegaan en zitten ze bij familie. In het slechtste geval worden ze volgens Donald gebruikt voor kinderarbeid of prostitutie, of worden ze gedood voor hun organen.
Kwetsbaar
"Kinderen in migratie zijn kwetsbaar", zegt Vautmans. "90 procent van alle asielzoekers bereikt Europa via smokkelaars. De overige 10 procent haalt het niet, met of zonder smokkelaar. Ze worden vermoord of verdrinken onderweg. Als we niet genoeg aandacht geven aan niet-begeleide minderjarige vluchtelingen, raken die vermist."
Bovendien is het risico volgens Vautmans groot dat mensensmokkelaars opnieuw geld aan de kinderen verdienen. "Ouders geven namelijk geld aan smokkelaars om hun kind te zoeken."
Geen teken
Ook Wadi Ghazi geeft zijn zoektocht niet op en deelt een foto van zijn dochter met tientallen smokkelaars, Interpol en de politie. Inmiddels is hij in Nederland aangekomen, de eindbestemming van de Iraakse familie, maar ook hier vindt hij geen teken van Allsa.
Wadi verblijft in het asielzoekerscentrum in Drachten in afwachting van zijn asielprocedure. In de tussentijd vervolgt hij de zoektocht en bezoekt hij dagelijks de politie in de hoop dat ze meer weten. Ghazi hoopt dat Allsa nog bij het Iraakse gezin is, want dat vertrouwt hij. Maar meer dan een naam heeft hij niet van hen.
Maar dat Allsa nog leeft, staat volgens Ghazi buiten kijf. "Natuurlijk, dat voel ik. Ik voel het heel diep in mijn hart."