'Als je niet actief handelt, heb je meteen een strafblad'
De Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten heeft grote bezwaren tegen de strafbeschikkingen die het Openbaar Ministerie zonder tussenkomst van de rechter mag opleggen. Volgens voorzitter Jeroen Soeteman bewijzen de cijfers over die beschikkingen waarmee NRC vandaag kwam steeds duidelijker dat het niet werkt. "Het is een gedrocht dat van tafel moet."
Sinds 2008 mag het Openbaar Ministerie zonder tussenkomst van de rechter een boete, taakstraf of meldplicht opleggen voor overtredingen en voor misdrijven waarop maximaal zes jaar gevangenisstraf staat. NRC meldde vanmorgen op basis van gegevens van het OM dat duizenden mensen hiermee jaarlijks ten onrechte worden bestraft. Een conclusie die het OM bestrijdt.
De strafbeschikking wordt opgelegd voor overtredingen en relatief kleine misdrijven. "Denk aan een mishandeling, een forse overtreding of het buitenzetten van je vuilniszak op de verkeerde dag", legt Soeteman uit. "Een politieagent maakt een proces-verbaal op en daar wordt naar gekeken door een officier van justitie. Die oordeelt of de bewuste man of vrouw de overtreding of het misdrijf heeft begaan en vervolgens krijg je een brief thuis."
Schuld
In die brief staat wat de officier van justitie heeft geconstateerd en dat je bijvoorbeeld een boete moet betalen. Met zo'n betaling erken je schuld. Soeteman: "Veel mensen denken dat ze moeten betalen. Maar je kunt tegen de strafbeschikking in verzet gaan. Dat moet wel binnen twee weken. Doe je dat niet, dan betekent dat juridisch dat je een strafbaar feit hebt gepleegd en dat je dat erkent."
Zo kun je ineens voor de rest van je leven een strafblad hebben. "Dat is ook ons grote bezwaar", zegt advocaat Soeteman. "Mensen moeten actief handelen en binnen twee weken reageren, anders kun je er niets meer aan doen. Maar de mens en onze maatschappij zitten niet zo in elkaar dat je dat altijd begrijpt of dat je binnen twee weken kunt reageren."
Wie in verzet gaat tegen de strafbeschikking, komt meestal alsnog bij de rechter terecht. Uit het onderzoek van NRC blijkt dat de rechter in de afgelopen jaren in duizenden gevallen anders heeft geoordeeld dan de officier van justitie deed.
Vrijspraak
"Schokkende cijfers", vindt Soeteman. "Het OM zegt daar anders over te denken, maar je hebt iets gedaan of je hebt het niet gedaan. Het kan niet zo zijn dat een officier op papier zegt dat iets is geconstateerd en dat een rechter vervolgens later zegt dat dat niet zo is. Want dat is wat onze vereniging ziet. In mijn praktijk en in die van collega's leidt de helft van alle gevallen van verzet tot vrijspraak. Dan zegt een rechter dus: wat de officier constateert is helemaal niet waar, want u bent onschuldig."
Soeteman had verwacht dat het OM naar aanleiding van het onderzoek van de krant wel "groot genoeg zou zijn om een groot mea culpa neer te leggen", maar dat is niet gebeurd. "Er is al eerder onderzoek naar de strafbeschikkingen gedaan. Ook toen bleek dat er gewoon heel veel misgaat."
"Vanaf het begin is door verstandige mensen geroepen dat je op deze manier niet moet omgaan met de vraag of iemand een strafbaar feit heeft gepleegd", stelt Soeteman. "Het wordt steeds duidelijker dat dit gedrocht van tafel moet. We moeten terug naar de rechter die oordeelt of iemand iets heeft gedaan of niet."
Ontlasten
De strafbeschikking werd in 2008 geïntroduceerd om rechters te ontlasten. Het zou tienduizenden rechtbank- en kantonzaken schelen. Al in 2015 bleek dat dat tegenvalt, omdat toen al een kwart van de misdrijven en ruim de helft van het aantal overtredingen alsnog voor de rechter kwamen.
Ook bleek de rechtbank vaak anders te denken over de straf dan het OM. In een kwart van de zaken werd de strafbeschikking van de officier van justitie van tafel geveegd.