'Reclassering moet gevangene al in de cel begeleiden'
Medewerkers van de reclassering moeten in elke gevangenis aanwezig zijn om gedetineerden direct na hun veroordelingen al te begeleiden, zegt Johan Bac, directeur van Reclassering Nederland in het AD. In drie gevangenissen, waaronder die in Sittard, is al een vaste plek voor de reclassering, en daar blijkt dat gevangenen beter kunnen worden gevolgd en begeleid doordat de reclasseringsmedewerkers nauw samenwerken met het gevangenispersoneel.
Normaal gesproken bezoekt de reclassering gedetineerden af en toe in de cel om adviezen over hen uit te brengen en komen ex-gedetineerden bij de reclassering nadat ze hun straf hadden uitgezeten. Daar worden ze geholpen met hun reïntegratie in de samenleving. De reclassering gaat ook na of werkstraffen worden uitgevoerd en of de cliënten zich aan hun voorwaarden voor vrijlating houden.
Geen bezoeker maar huisgenoot
"In Sittard zijn we geen bezoeker meer maar huisgenoot", zegt Bac. Door de kennis van de gevangenbewaarders en die van de reclassering bij elkaar te brengen "kunnen we beter risico's inschatten en een beter aanbod doen hoe gedetineerden uiteindelijk in de samenleving kunnen terugkeren." Zo kunnen er bijvoorbeeld in de gevangenis al gedragstrainingen worden aangeboden. Voor de periode na de vrijlating wordt samen met de gedetineerde een plan opgesteld.
Bac wijst erop dat veel criminelen met meerdere problemen tegelijk kampen. Ze zijn bijvoorbeeld verslaafd, hebben schulden, of lijden aan een verstandelijke beperking. Zo'n complex aan problemen maakt het wenselijk dat de begeleiding zo vroeg mogelijk begint, aldus Bac, omdat het moeilijk is ze weer op het rechte pad te krijgen.
Meer tbs'ers
Jaarlijks heeft de reclassering te maken met 70.000 tot 80.000 zaken. Dat aantal verandert nauwelijks, zegt Bac, maar er zitten wel veel meer tbs'ers bij dan voorheen. In een kwart van de zaken gaat het om zware delicten.
Het toezicht op de cliënten na hun vrijlating is inmiddels verlengd tot gemiddeld achttien maanden, maar "in sommige gevallen levenslang". Bac zou ook graag zien dat in wijken waar veel oud-gedetineerden wonen, de reclassering een vaste plek krijgt. Daardoor zijn medewerkers van de reclassering bekend met de leefomgeving "en ze lopen de cliënten ook letterlijk tegen het lijf", zegt Bac. Zo kan hun gedrag beter worden geobserveerd en kunnen hun verhalen beter op waarde worden geschat.