Werkstraf geëist tegen schipper voor fataal mastongeluk Harlingen
Tegen de eigenaar van een zeilschip waarop in 2016 drie mensen omkwamen toen de mast afbrak, is een werkstraf van 200 uur en drie maanden voorwaardelijke celstraf geëist. Het Openbaar Ministerie verdenkt de schipper van dood door schuld, omdat hij nalatig zou zijn geweest bij het onderhoud van de mast.
Het historische zeilschip Amicitia was afgehuurd door een Duitse familie toen de mast afbrak bij de haven van Harlingen. Drie mannen kregen de mast op zich en overleefden dat niet.
Uit onderzoek bleek dat de mast is afgebroken door houtrot. De 53-jarige eigenaar van de boot zei tijdens de rechtszaak dat hij geen aanleiding had voor zorgen. "Ik had dit niet kunnen bedenken."
Schroefjes los
Het OM zei dat hij wel had moeten en kunnen weten dat de mast rot was. Zo was er volgens het OM kleurverschil in de mast en zaten bepaalde schroefjes los.
Na het ongeluk oordeelde de Onderzoeksraad voor Veiligheid dat beter toezicht nodig is op historische passagiersboten, ook wel de bruine vloot genoemd. Keuringsinstanties houden zich volgens de raad niet altijd aan de wettelijke voorschriften voor de veiligheid.
"Zowel de schipper, zijn onderhoudspersoneel als keuringsinstanties hebben niet gezien dat de mast in vier jaar tijd inwaterde en van binnenuit doorrotte", stond in het onderzoeksrapport. De mast van de Amicitia was in 2012 voor het laatst gekeurd. Het schip kreeg daarna een certificaat voor zes jaar, terwijl dat wettelijk maar 2,5 jaar had mogen zijn.
De advocaat van de schipper wees in de rechtszaal ter verdediging op dit certificaat. Ook is de mast in 2015 nog onderhouden, stelde hij. Bij het schuren en lakken is toen volgens hem geen rot geconstateerd. Eerder vandaag zei het OM hierover dat deze reparaties zijn gedaan door ondeskundige mensen.