Een keeper schiet de bal weg op kunstgras
NOS Voetbal

Komt er na jaren discussiëren eindelijk verandering in de eredivisie?

Wordt het aantal clubs in de eredivisie teruggebracht van achttien naar zestien? Verdwijnt het kunstgras uit de stadions? En komt er een andere verdeling van de tv-gelden, zodat de clubs in de eredivisie beter met elkaar kunnen concurreren? Het zijn de belangrijkste vragen waar vandaag een antwoord op moet komen.

Stadion De Galgenwaard in Utrecht is het decor van een vergadering die de eredivisie ingrijpend kan veranderen. Kán, want de kans dat het uitdraait op een mislukking, omdat de initiatieven voor de zoveelste keer niet van de grond komen, is vermoedelijk net zo groot of misschien wel groter. Inzet is in ieder geval de verbetering van het totale Nederlandse betaalde voetbal.

Het woord is aan de clubs uit de eredivisie. En juist daar zit de crux. Want het verschil in belangen tussen de topclubs, de subtop en de clubs aan de onderkant is zó groot, dat ieder voorstel en elk plan keer op keer in de prullenbak belandt. Simpelweg omdat er niet genoeg clubs zijn om consensus te bereiken.

Vijf hoofdthema's

Er liggen vijf hoofdthema's op tafel: verbetering van de kwaliteit en bescherming van de jeugdopleiding, het creëren van eenduidige wedstrijdcondities (zoals overal natuurgras en dezelfde bal), het verder ontwikkelen van de bedrijfstak betaald voetbal zodat de economische waarde stijgt, een andere opzet van de competitie en meer solidariteit bij de verdeling van de tv-gelden.

Vooral de verandering van de competitieopzet, het afschaffen van kunstgras en een andere verdeling van de tv-gelden zijn onderwerp van gesprek in de aanloop naar de vergadering.

Inkrimping, kampioenscompetitie en degradatieregeling

Al sinds de jaren tachtig wordt er gesproken over inkrimping van de eredivisie. De discussie laaide twee jaar geleden opnieuw op vanwege de slechte prestaties van Nederlandse clubs in Europa. Het voorstel is om terug te gaan van achttien naar zestien clubs. Dat moet zorgen voor een sterkere competitie en daardoor betere prestaties in Europa.

Met minder clubs in de eredivisie komt er ruimte voor een kampioenscompetitie. De beste zes clubs maken dan na de reguliere competitie onderling uit wie er kampioen wordt. Dat betekent meer topwedstrijden met meer weerstand voor de topclubs, meer (publieke) belangstelling en dus meer inkomsten.

PSV viert de titel in 2018, wellicht wordt de kampioen van de toekomst pas bekend na een kampioenscompetitie

De andere tien clubs zouden aan de bovenkant kunnen strijden om een kans op Europees voetbal en aan de onderkant om handhaving in de eredivisie. Daarnaast zouden er in de toekomst twee ploegen rechtstreeks kunnen degraderen. Dat plan komt met name op tafel als de eredivisie uit achttien clubs blijft bestaan.

Bijkomend probleem: de KNVB gaat over de promotie-/degradatieregeling. De eredivisieclubs, verenigd in de ECV, kunnen hier dus niet alleen over beslissen. Omdat dit ook clubs uit de eerste divisie aangaat, mogen ook zij hun zegje doen.

Van der Sar en De Haan: 'Somber over succes veranderagenda'

Afschaffen kunstgras

Het kunstgras in de eredivisie is al jaren voer voor discussie. Veel clubs zijn voor afschaffing van de nepsprieten, maar kunstgrasclubs zijn bedrijfsmatig inmiddels behoorlijk afhankelijk geworden van die ondergrond. Niet alleen het eerste elftal, maar ook de jeugdteams trainen bijvoorbeeld dagelijks op het kunstgras in het stadion.

Als natuurgras verplicht wordt, moeten die clubs op zoek naar een externe trainingslocatie. Bovendien blijft er minder budget over om spelers mee te halen en te betalen. Om deze clubs te compenseren is een financiële regeling bedacht.

Heracles is een van de zes clubs die dit seizoen op kunstgras spelen in de eredivisie

Herverdeling tv-gelden

Om clubs te stimuleren afscheid te nemen van het kunstgras worden clubs met natuurgras beloond met een premie. Dat geld komt op tafel door een percentage van de tv-gelden én een percentage van de inkomsten die (top)clubs uit Europees voetbal vergaren, op te potten.

Het is dus een geste van de topclubs om hun inkomsten uit Europa in te zetten om het kunstgras te laten verdwijnen. Ajax-directeur Edwin van der Sar heeft al laten weten dat het om een "groot en significant voorstel gaat, als de eredivisie wordt teruggebracht naar zestien clubs". Met andere woorden: als het bij achttien clubs blijft, zal er veel minder geld beschikbaar komen.

'Geen gedragen voorstel'

Veel veranderpunten hangen in meer of mindere mate met elkaar samen. Er zal dan ook niet per agendapunt gestemd worden, maar de bedoeling is om tot een akkoord te komen over een pakket aan veranderingen. Dat maakt de besluitvorming er niet makkelijker op.

"Op dit moment is er ook geen gedragen voorstel vanuit de stuurgroep, waarin Ferry de Haan van Excelsior, Justin Goetzee van NAC, Hans Nijland van FC Groningen en ik zaten", liet Van der Sar afgelopen zondag optekenen. Oftewel: de kans dat er iets wezenlijks verandert lijkt gering.

Gudde: 'Onwijs moeilijk over je eigen schaduw heen te stappen'

'Verduiveld moeilijk'

Mocht er vandaag weer geen akkoord worden bereikt, dan wordt het volgens KNVB-directeur Eric Gudde tijd voor maatregelen. Hij heeft wel een idee: een onafhankelijke commissie die in de toekomst de beslissingen neemt.

"Ik weet als ex-directeur van Feyenoord hoe verduiveld moeilijk het is om over je eigen schaduw te stappen. De belangen in de eredivisie liggen heel ver uit elkaar. Misschien moeten we naar een Italiaans model. Daar beslist een commissie die boven de partijen staat. Zoals het ook in Amerika gebeurt. Dat zou de snelheid en daadkracht hier ten goede komen", aldus Gudde begin november tegen de NOS.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl