Lopen langs 12.000 graven: 'Dat is tien keer onze school'
Ze zijn onder de indruk, de scholieren van het Gerrit Rietveldcollege die gisteren in Vlaanderen een begraafplaats met gesneuvelde militairen uit de Eerste Wereldoorlog bezochten. "Het zijn heel veel graven", zegt Melle. "Heel veel jongens waren eigenlijk nog maar 19 of jonger. Ze hadden nog een heel leven voor zich."
De trip naar België maakt deel uit van de geschiedenislessen over de Eerste Wereldoorlog van de Utrechtse school. Docent Ruben van Roekel probeert de omvang van de begraafplaats op zijn leerlingen over te brengen. "Hier liggen er dus bijna 12.000. Dat is dus ongeveer tien keer onze school."
Excursies zoals die van Van Roekel worden vaker door middelbare scholen gedaan dan voorheen. Dat blijkt onder meer uit cijfers van het Eerste Wereldoorlogmuseum in Ieper, dat vorig jaar door ruim 46.000 Nederlanders werd bezocht. Dat was een stijging van 6 procent ten opzichte van 2015. Bijna de helft van die bezoekers waren scholieren.
Niet alleen Belgische, maar ook Nederlandse oorlogsmusea merken de toegenomen interesse. Museum Huis Doorn, waar de gevluchte Duitse keizer Wilhelm II na de oorlog terechtkwam, ontving in 2018 al 65 middelbare scholen meer dan in 2013.
Cornelis van der Bas, coördinator van het platform eerstewereldoorlog.nu, zag de belangstelling vanaf 2014 toenemen. "Toen was het honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog begon. Wellicht was er daarvoor minder interesse omdat Nederland neutraal was, maar ik verwacht dat die extra aandacht nu iets blijvends is."
De Eerste Wereldoorlog was de oercatastrofe van de 20ste eeuw.
Dat vindt hij belangrijk. Volgens Van der Bas heeft WO I de basis voor het huidige Europa gelegd. "Zo zijn vlak na de oorlog veel van de huidige grenzen getekend."
Ook mondde de Eerste Wereldoorlog uit in de Tweede Wereldoorlog, legt Van der Bas uit. "En er zijn nu nog steeds conflicten in de wereld die voortkomen uit de gevechten tussen 1914 en 1918." Van Roekel is het daarmee eens. "De Tweede Wereldoorlog en de huidige problematiek in het Midden-Oosten zijn moeilijk te begrijpen zonder kennis van de Eerste Wereldoorlog. Wat dat betreft is WO I de oercatastrofe van de 20ste eeuw."
Ook Van Roekel merkt dat zijn leerlingen veel belangstelling hebben voor de gevechten. "De twintigste eeuw is sowieso een interessante tijd, omdat die zo ongrijpbaar is. Het onbegrijpelijke bloedvergieten in de Eerste Wereldoorlog is dat ook en dat spreekt tot de verbeelding."
We kunnen veel van WO I leren, zegt hij. "Er zijn veel parallellen met de huidige samenleving. Neem bijvoorbeeld de vluchtelingenproblematiek. Mijn leerlingen doen archiefonderzoek naar hoe er met vluchtelingen tussen 1914 en 1918 werd omgegaan. Ze vergelijken dat met de omgang door de eeuwen heen en de situatie van nu."