Vooral meisjes gaan volleyballen, 'jongens hebben andere trainingen nodig'
Bij de Nederlandse volleybalbond zijn ze blij met de prestatie van het vrouwenteam, dat vierde werd op het WK in Japan. Maar de bond zou ook graag zien dat de mannenploeg in het nieuws komt met successen. Bij volleybalclubs in Nederland melden zich namelijk al jaren veel meer meisjes aan dan jongens.
De cijfers zijn duidelijk: onder de leden van volleybalbond Nevobo zijn bijna 9000 jongens van onder de 18, tegenover ruim 40.000 meisjes van 18 jaar en jonger. Voor kleine verenigingen is het vaak lastig om jongensteams rond te krijgen en dus spelen zij geregeld samen met meisjes.
De bond heeft zich als doel gesteld om de aantallen wat meer in balans te brengen. Met variaties op het volleybal zaal, zoals smashbal en beachvolleybal, wordt geprobeerd de sport leuker te maken voor jongens. "We proberen met kunst en vliegwerk om het volleybal aantrekkelijk te maken", vertelt bondsdirecteur Michel Everaert.
Dat is niet eenvoudig. Een van de problemen is dat de sport moeilijk aan te leren is voor jonge kinderen. "Kinderen melden zich op steeds jongere leeftijd aan bij verenigingen, maar bij volleybal kan het wel tot je 13e of 14e jaar duren totdat je kunt smashen", zegt Everaert.
De directeur geeft zelf ook volleybaltraining en ziet dat jongens oefeningen waarbij veel wordt stilgestaan, al snel saai vinden. "Zij vinden het vaak moeilijker dan meisjes in de rij te wachten. Je moet ze anders aanpakken." Het doel is daarom om dynamischer en uitdagender trainingen te geven, waarbij ook jongens hun energie kwijt kunnen.
Daar komt bij dat jonge spelers voorbeelden nodig hebben. Een goede prestatie van het mannenteam bij het EK in Nederland van volgend jaar zou daarom kunnen helpen bij het werven van jonge volleyballers, denkt de bond. "En daarnaast zijn ook goede en inspirerende trainers belangrijk", zegt directeur Everaert.
Andere aanpak
Hij noemt trainer Aafke Verbrugge van volleybalclub Inter Rijswijk als voorbeeld. Zij ontwikkelt trainingsvormen die meer gericht zijn op jongens en waarbij zij veel kunnen smashen en rennen. Ook Verbrugge ziet namelijk dat jongens vaker voor voetbal of andere sporten kiezen.
Haar aanpak lijkt te werken, want bij Inter Rijswijk volleyballen inmiddels naast 92 meisjes ook 85 jongens. "Dat kom je eigenlijk nergens tegen", zegt ze. Ze doet veel verschillende oefeningen en probeert jongens op te leiden voor een hoog niveau. "Je legt op een jonge leeftijd de basis."
Haar pupillen vinden de trainingen van Verbrugge leuk. "Ik ben altijd heel druk", vertelt een 11-jarige speler, "maar hier kan ik mijn energie kwijt." Hij wil zelf graag leren en heeft als doel om ooit te volleyballen op de Olympische Spelen of een WK. "Dat is ook het leuke eraan", zegt zijn trainer Verbrugge trots, "dat je mensen beter kunt maken."