Het koopkrachtplaatje van de koning
Piet van Asseldonk
redacteur Koninklijk Huis
Piet van Asseldonk
redacteur Koninklijk Huis
Bij de behandeling van de begroting van de koning afgelopen woensdag in de Tweede Kamer passeerden veel onderwerpen de revue. Maar het koopkrachtplaatje van koning Willem-Alexander voor 2019 bleef intact.
De koninklijke financiën zijn niet gemakkelijk te doorgronden. Dat bleek onlangs weer uit een brief van premier Rutte. Die behelst een afwijzend antwoord op een aanvraag op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) om nadere informatie en documenten ten aanzien van de kosten van het Koninklijk Huis.
Dankzij zijn "grondwettelijke uitkering" van bijna 5,8 miljoen euro in 2019 is Willem-Alexander, gemeten naar zijn ambt en de omvang van zijn uitkering, de 'hoogste' uitkeringsgerechtigde van ons land. Met de uitkering aan Máxima als diens monarchale 'voordeurdeler' erbij komt hun (belastingvrije) jaaruitkering in 2019 uit op ruim 6,8 miljoen. Daarmee moeten zij hun huishouding bekostigen en hun koninklijke stand ophouden.
Daarnaast kunnen zij, ook buiten dienstverband, vrij reizen en mogen zij gratis wonen in een hun door de overheid ter beschikking gesteld paleis. Vanaf volgend jaar is dat het voor 63,1 miljoen opgeknapte Paleis Huis ten Bosch.
Prijscompensatie
Los hiervan staan de functionele uitgaven van de koning en de kosten die verschillende ministeries voor de koning betalen. Die brengen het totaal van de begroting 2019 voor de koning op 43,2 miljoen. Niet gepubliceerde kosten voor de beveiliging van de koninklijke familie en hun paleizen en enkele verspreide posten komen daar nog bij. In totaal kost de Nederlandse monarchie naar schatting zo'n 100 miljoen per jaar.
Vanwege indexatie lopen de uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis en de overige monarchiekosten in de pas met de ambtelijke loonstijging. Ook geldt voor deze uitgaven een jaarlijkse prijscompensatie. Dat is allemaal wettelijk vastgelegd.
Gestegen inkomen
Door deze automatismen is er de afgelopen jaren op de monarchale uitkeringen en de verdere uitgaven voor de koning niet bezuinigd of beknibbeld. Ze zijn, ondanks de achter ons liggende economische crisisjaren, zelfs (mondjesmaat) gestegen.
In de zes jaar vanaf het eerste volledige kalenderjaar dat Willem-Alexander op de troon zit - dat is 2014 tot en met de begroting voor 2019 - gingen de uitgaven voor de koning met ruim 3 miljoen omhoog: van 40,1 tot 43,2 miljoen.
In dezelfde periode steeg de uitkering van Willem-Alexander met ruim een half miljoen. Dat is ruim 86.000 euro per jaar. Máxima's uitkering groeide van 904.000 in 2014 tot 1 miljoen in 2019. Dat is 16.000 euro per jaar. Samen zijn koning en koningin er sinds de troonsbestijging van Willem-Alexander er dus met ruim een ton per jaar op vooruitgegaan.
Privacy
Elk jaar weer buigt het parlement zich over de monarchale uitgaven en elk jaar weer ervaart het dat de premier de uitgaven met hand en tand verdedigt.
Erg gedetailleerde gegevens over de besteding van de gelden worden daarbij niet gegeven, zeker niet over de besteding van de uitkeringen aan het koninklijk paar. Volgens de premier, die dat onlangs nog eens in zijn brief als reactie op een WOB-aanvraag onderstreepte, kan dat (grond)wettelijke gezien ook niet.
Nationale en recentelijk nog eens aangescherpte Europese regels "ter eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer" verhinderen dat. Tenzij het landsbelang in het geding is, maar óf dat zo is, beslist de minister-president. Behalve privacyregels geldt voor de koning ook nog het grondwettelijk recht "om met inachtneming van het openbaar belang zijn Huis in te richten". En of hij daarbij het openbaar belang in acht neemt, beoordeelt opnieuw de premier.
Gesloten front
Pogingen van wie dan ook om via de WOB meer zicht op de besteding van de koninklijke uitgaven te krijgen, stuiten op artikel 10 van deze wet. Dat verordonneert dat er geen openbaarheid van bestuur gegeven wordt "voor zover dat de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen".
En dat bepaalt alweer de premier. Misschien ook wel de koning zelf, maar dat weten we niet. Koning en premier moeten, onder dekking van het geheim van Noordeinde, naar buiten toe hoe dan ook een gesloten front vormen.