Unilever komt niet naar Nederland, wat nu?
De toekomst van Unilever ligt weer open, nu het bedrijf zijn aangekondigde verhuizing naar Nederland afblaast. Het bedrijf bestaat op dit moment nog uit twee bedrijven, een Brits en een Nederlands, met twee soorten aandelen en twee hoofdkantoren. Het plan was om er één bedrijf van te maken, een Nederlandse NV met één soort aandeel en hoofdkantoor in Rotterdam. Dat is simpeler, slagvaardiger en winstgevender - bovendien zou zo'n bedrijf zich beter kunnen beschermen tegen overnames.
Maar Britse aandeelhouders, die in meerderheid voor dit plan zouden moeten stemmen, zagen dat niet zitten. Volgens Unilever-topman Polman is een deel van de aandeelhouders afgehaakt vanwege de discussie over de dividendbelasting. Ook zou de naderende brexit een rol hebben gespeeld. De Britten zouden niet willen dat het bedrijf volledig Nederlands zou worden. Om de eer nog een beetje aan zichzelf te houden, besloot het levensmiddelenconcern om nu zelf maar de stekker uit het plan te trekken.
De vraag is: wat nu? Zelf blijft Unilever achter de argumenten staan om voor één hoofdkantoor (in Rotterdam) te kiezen. "Het bestuur blijft geloven dat het versimpelen van onze dubbele structuur het beste de lange termijn belangen van Unilever zou dienen", zo horen we vandaag.
Nu naar Londen?
Wil het bedrijf zijn zin krijgen en nog steeds de twee hoofdkantoren samenvoegen tot één, dan is een andere optie nu: het bedrijf ombouwen naar een Brits bedrijf en een verhuizing naar Londen.
Ook daarvoor zouden stemmingen onder aandeelhouders nodig zijn: 75 procent van de Britse aandeelhouders zouden voor moeten zijn, en tenminste de helft van de Nederlandse.
De Britten zullen ongetwijfeld geen probleem hebben met het hoofdkantoor in Londen. Daarmee zou Unilever zijn notering in de belangrijkste Britse beursindex, de FTSE-100, behouden. Die notering is belangrijk, omdat sommige beleggers er bewust voor kiezen om in bedrijven binnen die index te beleggen.
Het zou een enorme teleurstelling zijn als we eerst naar Nederland keken en dan nu naar Engeland gaan kijken.
De vraag is of Nederlandse aandeelhouders een verhuizing naar Londen zullen slikken. "Het zou een enorme teleurstelling zijn als we eerst naar Nederland keken en dan nu naar Engeland gaan kijken", zegt Paul Koster, directeur van VEB, de belangenvereniging voor kleinere beleggers. "Dat kan niet noodzakelijkerwijs op steun rekenen bij ons."
Hij blijft de versimpeling van de structuur van het bedrijf een goed idee vinden. "Ik vrees dat er nu in de discussie op zal komen dat Engeland dan uiteindelijk de plek is waar we moeten zijn."
Minder bescherming?
Naast de Britse beursnotering speelt de bescherming van bedrijven tegen vijandige overnames een rol bij het stemmen voor of tegen de verhuizing. In Nederland is die bescherming sterker dan in Engeland. Bijvoorbeeld als een ander bedrijf Unilever wil overkopen, maar het bestuur van Unilever en de aandeelhouders het niet eens zijn over de overname. Zo'n vijandige overname is geen denkbeeldige situatie, bleek vorig jaar toen het Amerikaanse Kraft Heinz een bod op Unilever deed.
Als Unilever een Nederlands bedrijf is, dan zijn het niet alleen de aandeelhouders die een stem hebben in een geschil over een overnamepoging. Als een rechter hier een oordeel over moet vellen, moet die volgens de wet ook werkgelegenheid en een goede relatie met klanten en vakbonden daarin meenemen. In Engeland is die voorwaarde er niet. Daar hebben beleggers dus meer macht over een onderneming.
Directeur Rients Abma van Eumedion, de vereniging voor institutionele beleggers, denkt dat zowel het bestuur van Unilever als het kabinet in Nederland onderschat hebben hoe negatief beleggers over de verhuizing denken. "Er is onvoldoende rekening gehouden met de extra bescherming die Nederlandse ondernemingen hebben, dat vormt een zeer negatief klimaat voor beleggingen."
Hoe simpeler een bedrijf in elkaar zit, bijvoorbeeld als het maar één product verkoopt, hoe makkelijker het te analyseren is.
Volgens Abma heeft Unilever een paar mogelijkheden om van die Nederlandse bescherming af te komen en de Britse belegger toch nog voor zich te winnen. En daarvoor hoeft Unilever niet volledig Brits te worden.
Zo zou het bedrijf er voor kunnen kiezen om het hoofdkantoor weliswaar naar Nederland te halen, maar statutair in het Verenigd Koninkrijk te blijven. Dan valt het onder de Britse wet en geldt het Nederlands recht ook niet.
Een andere optie is om het bedrijf, dat nu nog alles maakt van ijsjes tot zeep, op te splitsen in een voedseltak en een personal care-tak. Abma: "Sommige beleggers dringen daar op aan. Ze houden niet van grote conglomeraten omdat die moeilijker te analyseren zijn. Hoe simpeler een bedrijf in elkaar zit, bijvoorbeeld als het maar één product verkoopt, hoe makkelijker het te analyseren is. De margarinedivisie heeft Unilever al verkocht."
Het is nog erg onduidelijk op welke uitweg Unilever zal inzetten. Topman Paul Polman wil er voorlopig weinig over kwijt. "Nu we besloten hebben om het voorstel terug te trekken, zullen we de tijd nemen om verder met onze aandeelhouders in gesprek te gaan en ons te beraden op de volgende stappen."