Nederlandse Europarlementariërs willen bonnetjes alsnog openbaar
Nederlandse Europarlementariërs gaan eind deze maand een nieuwe poging doen om de onkosten van de Europese politici openbaar te maken.
Gerben-Jan Gerbrandy (D66) en Dennis de Jong (SP) willen dat het parlement nog voor de verkiezingen (in mei volgend jaar) besluit dat iedereen moet kunnen zien wat er met het extraatje van 4400 euro gebeurt. De politici krijgen dat geld naast hun normale salaris.
Vorige maand wees het Europees Hof van Justitie in Luxemburg nog een verzoek van een groep journalisten af. Zij wilden dat het parlement inzage zou geven in de onkostenvergoeding. Het hof stelde dat informatie privacy gevoelig zou zijn. Deze zomer besloot ook het Bureau, het dagelijks bestuur van het Parlement, dat de wens voor meer openheid onuitvoerbaar is.
Overdreven
Volgens Gerben-Jan Gerbrandy heeft het Parlement echter zelf het laatste woord. "We hebben het Bureau opgedragen een regeling te bedenken, dat kan niet zo moeilijk zijn", zegt de politicus in Straatsburg, waar het Europees Parlement deze week vergadert. "Het zou wel heel brutaal zijn om de wens van een meerderheid van het parlement naast je neer te leggen. Het zijn publieke uitgaven en die moeten ook publiekelijk verantwoord worden."
Het Bureau vreest dat er meer dan zeven mensen moeten worden aangenomen om alle bonnen van de 751 Europarlementariërs online te zetten. "Dat is sterk overdreven", meent de D66-politicus. "Je hoeft echt niet elk kopje koffie te kunnen verantwoorden. Het gaat om de grote uitgaven."
Meerderheid
D66 en de SP verwachten bij een stemming over hun voorstel een meerderheid te halen. "De opdracht zal dan aan het Bureau zijn om een regeling te bedenken die werkt en waardoor iedereen kan zien waarvoor de onkostenvergoeding gebruikt wordt."
Een eerder voorstel om een regeling te ontwerpen werd aangenomen, maar het Bureau is er tot op heden niet in geslaagd om een regeling te bedenken.