In Irak worden beauty-experts en influencers vermoord. Wat zit daarachter?
Dit zijn Suad al-Ali, Tara Fares, Rasha al-Hassan en Rafeef al-Yaseri. Er zijn drie overeenkomsten tussen deze vier vrouwen. Ze komen uit Irak. Ze profileerden zich als vrouwelijke rolmodellen. Ze werden alle vier afgelopen weken vermoord.
Het begon met Rafeef al-Yaseri, 'de barbie van Irak'. Zij was plastisch chirurg en had een eigen schoonheidssalon in Bagdad. Op 16 augustus werd zij dood aangetroffen in haar huis. Precies een week later volgde mede-schoonheidsexpert Rasha al-Hassan, de eigenares van een ander beauty-centrum eveneens in de hoofdstad. Ook zij werd dood aangetroffen. Vorige week, op 24 september werd vrouwenactivist Suad al-Ali doodgeschoten. Zij was ook betrokken bij de protesten in Basra tegen de regering in Bagdad.
Instagrammodel Tara was een rolmodel
Afgelopen vrijdag was Tara Fares aan de beurt. De voormalig Miss Irak en Instagramhit - ze heeft bijna 3 miljoen volgers - werd doodgeschoten terwijl zij in haar auto door Bagdad reed. Een andere voormalig Miss Irak, kreeg daags na de moord op Tara anonieme berichtjes met: 'Jij bent de volgende'. Vooral de moord op Tara leidt tot onrust in Irak. "Zoveel meisjes in Irak keken naar Tara op. Als Tara het kan, kan ik het ook. Ik hoef niet weg uit Irak, hier kan ik ook dingen bereiken. Dat was de boodschap van Tara aan jonge meisjes", vertelt Dashni Morad.
De Koerdisch-Nederlandse Morad is net als Tara Fares een influencer, met ruim 300.000 volgers op Instagram. Ze komt uit Arnhem en is voornamelijk bekend in Irak en bij Nederlandse Koerden. De 32-jarige Morad heeft al een hele carrière achter de rug als presentatrice, zangeres en dus als Instagrammer.
Het is een trend geworden in Irak: het monddood maken van sterke vrouwen met een luide stem.
"Verbaasd over deze moorden? Nee, helemaal niet. Ik dacht alleen, begrijpen jullie nu waarom ik elke dag artikelen en foto's plaats van vrouwen? Waarom ik elke dag vecht voor vrouwenrechten?" Morad heeft een roerige periode achter de rug. Na haar successen in Iraaks-Koerdistan kwam er een ommezwaai.
Ze werd jarenlang bedreigd. Haar outfits waren te sexy, ze was te uitgesproken, te activistisch. "Mensen dreigden privéfotos van mij openbaar te maken." Ze vluchtte naar Londen en dook onder. Een zware depressie volgde. Totdat ze medestanders leerde kennen. "Feministen, die mij steunden en nog steeds steunen."
Vrouwenrechten
Sinds kort woont Morad in Irak en ze profileert zich nu ook als een voorvechtster van vrouwenrechten. "Elke week licht ik op Instagram drie vrouwen uit. Een westerse vrouw, een historisch persoon en een lokaal Iraaks persoon. Ik zorg ervoor dat die verhalen met elkaar vervlochten raken. Het is heel goed voor Iraakse meisjes om te weten dat ook Nederlandse meisjes zich soms beperkt voelen en voor hun rechten moeten vechten."
Juist daarin voelt ze zich verbonden met Tara Fares: "Zij had een missie. Zij deed geen concessies qua uiterlijk, qua kleding. Wat zij wel deed, was mooie normen en waarden promoten in een kapotte gemeenschap." Dat vrouwen als Tara nu op mysterieuze wijze gedood worden noemt Morad een hele enge trend.
"Je ziet het bijvoorbeeld ook bij Suad al-Ali. Zij was een hele sterke vrouw uit Basra, die streed tegen de achterstelling van het gebied, maar ook voor de rechten van vrouwen en kinderen. En nu zie je dus dat dat soort publieke vrouwen in Irak met een luide stem en een sterke persoonlijkheid, monddood gemaakt worden."
IS-ideologie
Volgens Morad is dit een internationaal fenomeen. "Mannen zijn bang voor de vrouwen. Iemand als Tara Fares liet zien dat ze geen man nodig had om het te maken. Dat mannen zo reageren op sterke vrouwen, zie je niet alleen in Irak. Je ziet toch in Amerika ook dat ze zo'n Christine Ford niet geloven? En natuurlijk is moorden extremer, maar de situatie in Irak is dan ook extreem."
Het land is kapot, er zijn steden die nog steeds in puin liggen, vertelt Morad. "De leiders zijn alleen maar bezig met elkaar te bestrijden, de IS-ideologie leeft nog. Het post-IS tijdperk heeft een hele donkere nare impact op de Irakezen, onderschat dat niet. In zo'n context is het makkelijker om vrouwen op zo'n manier aan te pakken."
Dat moet stoppen, zegt Morad boos. Daarbij wijst ze ook naar de VN en ngo's, die in Irak zeggen op te komen voor vrouwen. "Die organisaties zijn totaal niet betrokken bij de lokale werkelijkheid," vindt Morad. "Ze hebben hoge muren om hun gebouwen heen gebouwd. In de jaren dat ik zelf bedreigd werd, kon ik niet bij hen aankloppen. De VN-vrouwenorganisaties die actief zijn in Irak zouden samen moeten werken met iemand als Tara Fares. Haar financieel en moreel moeten steunen. Er wordt zoveel Europees geld in die organisaties gepompt. Ze moeten dan ook serieus actie gaan ondernemen tegen deze tendens."
Daar hoort ook bij: uitzoeken wat er is gebeurd met deze vier vrouwen. Drie werden doodgeschoten door een onbekende schutter, eentje werd dood thuis aangetroffen. "Maar er wordt helemaal geen prioriteit gemaakt van het uitzoeken wie de daders zijn. Ook daar zouden internationale organisaties meer druk op moeten zetten. Voordat er weer een sterk meisje met een luide stem vermoord wordt."