Grapperhaus: bij wapenvergunning geen ras of religie vastleggen
Minister Grapperhaus spreekt tegen dat hij van mensen die een wapenvergunning aanvragen ras, religie en politieke overtuiging wil gaan registreren, zoals de Volkskrant vanochtend meldde.
Kamerleden reageerden kritisch op het plan, maar volgens Grapperhaus leidt het krantenartikel tot misverstanden.
Dit is geen nieuw beleid, zei de minister in een interview:
Drie maanden geleden diende Grapperhaus een wetsvoorstel in bij de Tweede Kamer, waarmee hij een Europese richtlijn wil uitvoeren. In de wet wordt onder meer geregeld hoe de politie moet beoordelen of iemand een vergunning kan krijgen.
In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel staat wel dat gegevens over bijvoorbeeld ras of religie door de korpschef moet kunnen worden verwerkt om te kunnen beoordelen of iemand een vergunning moet krijgen.
Contacten met groeperingen
Volgens Grapperhaus is de betekenis daarvan dat de politie bij het onderzoek tegen informatie kan aanlopen die relevant kan zijn voor contacten van de aanvrager met bepaalde groeperingen. "Uit zulke informatie kun je soms afleiden welke politieke overtuiging iemand heeft of welke religie en die informatie moet de politie kunnen gebruiken."
De minister noemt als voorbeeld iemand die zich geuit heeft als aanhanger van de jihad. Als die man of vrouw een wapenvergunning aanvraagt, is dat volgens Grapperhaus voor de korpschef relevante informatie. "Daar kan ook uit blijken dat zo iemand moslim is, maar dat is niet relevant voor de beoordeling."
Niet nieuw
Als tweede voorbeeld verwijst Grapperhaus naar iemand die moskeeën heeft beklad. "Dat weegt de korpschef mee. Je weet dan dat zo iemand een extreemrechtse politieke overtuiging heeft, wat op zichzelf ook mag."
Grapperhaus benadrukt dat het zeker moet zijn dat iemand met een wapen kan omgaan. "Dat is niet nieuw, dat volgt ook al uit de huidige wet."