'Kabinet bereid om AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen'

Minister Koolmees zou bereid zijn om de AOW-leeftijd minder snel te verhogen dan nu gepland is. De pensioenleeftijd van 67 wordt dan niet in 2021, maar waarschijnlijk pas vier jaar later bereikt.

Diverse betrokkenen bij de onderhandelingen over een nieuw pensioenstelsel bevestigen aan de Volkskrant dat dit aanbod van de minister van Sociale Zaken op tafel ligt.

Een minder snelle stijging van de AOW-gerechtigde leeftijd moet vooral lucht geven aan 60-plussers die veel later met pensioen kunnen dan zij tien jaar geleden nog dachten.

Slepende onderhandelingen

De onderhandelingen over de pensioenen slepen zich al tijden voort. De AOW is daarbij een van de hete hangijzers. Een paar maanden geleden meldde De Telegraaf al dat werknemers en werkgevers overeenstemming hebben bereikt over het later laten ingaan van de verhoging van de AOW-leeftijd. Maar overal werd benadrukt dat er geen echt akkoord is en het kabinet wilde er niets over zeggen.

Koolmees had de partijen eerder opgeroepen om voor 1 april met een overeenkomst te komen, maar toen dat niet lukte, kregen ze meer tijd.

Tot nu toe hield de minister vast aan 67 jaar in 2021 omdat hij een inhaalslag wilde maken. Sinds de invoering van de AOW in 1956 is de pensioenleeftijd 65 geweest, terwijl de levensverwachting ondertussen flink steeg.

Met zijn tegemoetkoming ter waarde van 500 miljoen euro zou het kabinet met name de vakbond FNV over de streep willen trekken. Politiek verslaggever Xander van der Wulp benadrukt dat het kabinet er veel aan gelegen is om zoveel mogelijk draagvlak voor de pensioenplannen te krijgen, niet alleen in de 'polder', maar ook bij oppositiepartijen in de Tweede Kamer. Koolmees heeft steun nodig om ook andere plannen te verwezenlijken, bijvoorbeeld op het gebied van de arbeidsmarkt.