Grapperhaus: discussie over verplicht dna-onderzoek na doorbraak zaak-Nicky

Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid vindt dat er moet worden gesproken over het verplichten van dna-onderzoek bij zware delicten. Aanleiding is de doorbraak in het onderzoek naar de dood van de 11-jarige Nicky Verstappen.

Wat Grapperhaus betreft staat nog niet vast dat die verplichting er moet komen. Wel wil de minister dat er serieus door politie, justitie, de politiek en andere betrokken partijen over wordt gediscussieerd.

In de zaak-Nicky Verstappen denkt de politie na twintig jaar onderzoek de dader te hebben gevonden. Zijn naam is Jos Brech, maar de man uit Simpelveld weigerde verschillende keren aan een vrijwillig dna-onderzoek mee te doen. Pas toen hij in april als vermist werd opgegeven kon zijn dna worden verkregen via zijn spullen. Dat leverde een 100 procent-match op met het dna dat op de kleding van Nicky is gevonden in 1998.

Peter R. de Vries, die namens de familie van Nicky sprak op de persconferentie over de doorbraak, zei dat het feit dat duizenden mannen niet aan het dna-onderzoek meededen erg zwaar was voor de familie. Zij vreesden dat het grootschalige onderzoek daardoor alsnog niets zou opleveren.