Eindelijk weer Europese hoofdprijs voor Nederlandse waterpolosters
De Nederlandse waterpolosters zijn vrijdagavond in Barcelona Europees kampioen geworden. In de finale werd Griekenland met 6-4 verslagen.
Het was voor de waterpolosters de derde Europese finale op rij, maar voor het eerst sinds 1993 dat de titel weer werd binnengehaald.
Oranje stond tegen Griekenland na de eerste periode met 2-1 voor door doelpunten van Nomi Stomphorst en Dagmar Genee. De Griekse ploeg zette in het begin van de tweede periode echter meer druk en kwam ook op gelijke hoogte.
Bal over de lijn, geen doelpunt
Vervolgens ontspon zich een spannend gevecht. Nederland had een doelpunt moeten krijgen - de bal was ver over de lijn - maar het schot werd niet geteld. De Grieksen misten daarna een aantal opgelegde kansen en raakten meermaals het aluminium.
Uiteindelijk sloot Oranje de periode af met een 4-3 voorsprong. De mooiste treffer kwam op naam van Sabrina van der Sloot, ze schoot van grote afstand raak.
Met de voorsprong begon Oranje sterk aan de derde periode. Er viel slechts een doelpunt; Maud Megens wist te scoren en de voorsprong van Nederland uit te breiden naar 5-3.
Ook in het vierde kwart begonnen de waterpolosters goed. Griekenland moest in de achtervolging, maar Oranje bleef dominant.
Aarts blinkt opnieuw uit
De ploeg van bondscoach Arno Havenga bleef scherp verdedigen, gaf weinig weg en had altijd nog keepster Laura Aarts achter de hand. Zij grossierde weer in cruciale reddingen.
Nadat Oranje nogmaals drie keer paal of lat had geraakt, kwamen de Grieksen nog wel terug tot 5-4, maar Van der Sloot maakte opnieuw een prachtige treffer en vergrootte het gat weer tot twee.
Dat bleek voldoende en Oranje mocht eindelijk juichen.
Na verloren finales tegen Spanje (2014) en Hongarije (2016) werd nu wel gewonnen en daardoor mag Nederland zich voor het eerst sinds 25 jaar weer Europees kampioen noemen.
Het is de vijfde Europese titel voor Oranje in totaal; naast het kampioenschap in 1993, was Nederland ook de beste in 1985, 1987 en 1989.
