Het profpeloton onderweg in Luik-Bastenaken-Luik 2018
NOS Wielrennen

Midden in het peloton rijd je 50 km/uur met een gevoel alsof je niets doet

"De Tour win je bed", sprak Joop Zoetemelk reeds in 1980. Toch wordt de Tour steeds vaker gewonnen vanachter een computerscherm van een wetenschapper. Alles wordt gemeten: van wattages tot de beste houding op de fiets. Chris Froome paste zijn beroemde houding tijdens het dalen aan omdat het nóg aerodynamischer kon. Allemaal dankzij de wetenschap.

De nieuwste studie, uitgevoerd door de Technische Universiteit Eindhoven, geeft inzicht over de verschillen in luchtweerstand die de renners in een peloton ondervinden. De onderzoekers stelden zich de vraag hoe groot het voordeel is wanneer een renner in de buik van het peloton rijdt in plaats van op kop? De resultaten zijn verrassend te noemen.

'Tien keer minder luchtweerstand'

Tot op heden werd gedacht dat een wielrenner in het peloton 50 procent minder luchtweerstand heeft dan een renner die alleen rijdt. Na testen in de windtunnel kwamen de onderzoekers van de TU Eindhoven tot de conclusie dat in werkelijkheid die luchtweerstand liefst tien keer zo laag is.

Om tot dat inzicht te komen, liet het onderzoeksteam een simulatie maken met 121 renners in een windtunnel. Met behulp van geavanceerde technieken en computermodellen konden de onderzoekers precies meten hoe groot de luchtweerstand is op welke plek in het peloton.

Zo blijkt een renner in het midden van het peloton slechts 5 procent luchtweerstand te hebben. In de praktijk wil dat zeggen dat bij een pelotonsnelheid van 50 kilometer per uur, een renner die in het midden fietst het gevoel heeft een inspanning te leveren die overeenkomt met 12 kilometer per uur. Met andere woorden: die renner hoeft bijna niets te doen.

Luchtweerstand in het peloton stuk lager dan gedacht

Een ander opvallend resultaat is dat een renner die op kop van het peloton rijdt niet 100 procent luchtweerstand heeft, maar 85 procent. De renner wordt als het ware voortgeduwd door het peloton. Renners aan de buitenkant vangen volgens de Eindhovense berekeningen zo'n 60 procent luchtweerstand.

Juiste modellen, foute input

Volgens de onderzoekers is dit een van de redenen waarom heel veel ontsnappingen niet meer lukken. Weliswaar gebruiken ploegleiders en renners wel de juiste modellen, maar de input van die modellen is fout. De kracht en de voordelen van het peloton worden dan als het ware onderschat.

Mocht Tom Dumoulin, Steven Kruijswijk of Bauke Mollema de komende weken het geel dragen, dan weten ze in Eindhoven in ieder geval al wat de beste positie is in het peloton om de leiderstrui met zo min mogelijk inspanning te verdedigen: in het midden op rij vijf of zes.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl