Een hersenschudding op het veld: wordt een voetballer adequaat geholpen?
Het gevaar van een hersenschudding staat weer vol in de aandacht door de klapper die Nordin Amrabat maakte in de WK-wedstrijd tegen Iran. De aanvaller van Marokko liep een hersenschudding op door een botsing met een tegenstander en zakte in elkaar.
De behandeling die Amrabat op het veld kreeg (wat klapjes en water in het gezicht) kwam de medische staf van Marokko op kritiek van de FIFA te staan.
Hoe vaak komt een hersenschudding eigenlijk voor in het voetbal en wordt er wel adequaat ingegrepen?
67 op WK 2014
Een kritisch rapport dat vorig jaar zomer werd gepubliceerd in het medische tijdschrift The Journal of the American Medical Association constateerde dat er op het WK 2014 liefst 81 gevallen voorkwamen waarbij spelers met hun hoofd ergens tegenaan botsten. 67 spelers vertoonden na botsing één of meerdere symptomen van een hersenschudding. Denk bij die symptomen aan bewusteloos raken, desoriëntatie of langzaam opstaan.
In diverse gevallen werd er tijdens de wedstrijd niet ingegrepen of werd het protocol voor hersenschuddingen niet gevolgd. Een speler met één kenmerk van een hersenschudding zou onmiddellijk van het veld verwijderd moeten worden, volgens de richtlijnen van de International Conference on Concussions in Sport.
Een van de meest beangstigende voorbeelden van een speler waar aanvankelijk niets mee gebeurde was de Duitse middenvelder Christoph Kramer. Hij stortte tijdens de WK-finale 2014 in, grofweg een kwartier nadat hij een botsing had gehad. Kramer gaf na afloop aan zich niets van de eerste helft te herinneren.
'Communicatie heel belangrijk'
Hoe stel je überhaupt een hersenschudding vast als iemand niet voor pampus op de grond ligt, maar nog pratend naast je staat? Edwin Goedhart, chef-arts van de KNVB en teamarts van Oranje: "Communicatie is belangrijk. Ik stel een speler vragen als: wat is de stand? In welke helft zitten we? De antwoorden alleen interesseren me niet, maar de manier waarop zo'n speler reageert des te meer", zegt hij.
"Een dokter die zijn speler goed kent, weet hoe iemand normaal gesproken reageert en of de speler trager of anders reageert of een andere intonatie heeft. Dat kunnen allemaal symptomen van een hersenschudding zijn."
Bondsarts Goedhart schat dat 80 tot 85 procent van de patiënten met een hersenschudding binnen 7-10 dagen herstelt, maar dat er grote individuele verschillen kunnen zijn.
Spelers zelf geven vaak aan dat ze terug willen in de wedstrijd. Onterecht, stelt klinisch neuropsycholoog Marc Hendriks. Hij is senior onderzoeker aan het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hendriks adviseert PSV als het gaat om hersenschuddingen.
Hij spreekt van een dilemma in de profsport: "Het belang is zo groot dat er snel wordt gekozen voor 'ga maar door'. Spelers zelf weten niet wat ze aan het doen zijn. Hun oordelend vermogen is slecht door de hersenschudding. Dat slechte oordelend vermogen is juist een indicatie om te zeggen: 'Nu moet je eraf', maar dat gebeurt heel vaak niet."
American Football: strenge regels
Andere sporten treden steviger op bij het vermoeden van een hersenschudding. Neem American Football. Die sport heeft strenge regels voor een speler van wie vermoed wordt dat hij een hersenschudding heeft opgelopen. De speler wordt naast het veld direct nauwkeurig onderzocht voordat hij weer mee mag doen.
De National Football League, de overkoepelende competitie, staat de laatste jaren onder grote druk om iets te doen aan de gezondheid van haar spelers nadat diverse oud-profs hersenschade opliepen tijdens hun loopbaan. Experts denken dat vergelijkbare problemen ook in het voetbal kunnen ontstaan door bijvoorbeeld koppen of botsingen.
Wijzigingen in het protocol
De FIFA kondigde kort voor het WK in Rusland een aantal wijzigingen in het protocol voor hersenschuddingen aan. Zo mag de scheidsrechter de wedstrijd drie minuten stilleggen zodat de medische staf een speler kan onderzoeken. Daarnaast moet de teamarts beslissen of een speler verder mag en niet de speler zelf of een bondscoach.
Ook wil de FIFA dat een teamdokter kan meekijken met herhalingen van botsingen zodat hij kan zien wat er precies gebeurd is en zo helpen om een betere beslissing te nemen over het doorspelen van een speler.
Er is kritiek op die voorstellen. Zo zou een speler beter tien minuten onderzocht kunnen worden in plaats van drie. Gedurende die tien minuten zou dan een extra wisselspeler mee kunnen doen.
De Britse krant The Daily Telegraph berichtte eerder deze maand dat artsen in de Premier League zich er hard voor zouden maken om de 10-minutenregel na een hoofdbotsing in te voeren. De hoogste arts van FIFA, Michel D'Hooghe, is hier geen voorstander van. De regel zou bijvoorbeeld misbruikt kunnen worden om snel even iemand tien minuten mee te laten doen door een hersenschudding te veinzen.
Een definitieve vaststelling van een hersenschudding op het veld blijft lastig en kan eigenlijk pas goed na een hersenscan. "Is het bewustzijnsverlies korter dan vijftien minuten en is er geen schade op een MRI-scan te zien, dan kun je de conclusie trekken dat er een hersenschudding is", zegt Marc Hendriks.
Dat een speler zijn bewustzijn niet verliest, hoeft volgens bondsarts Goedhart niet alles te zeggen over de ernst van een hersenschudding: "Je kunt knock-out gaan en de volgende dag zonder enige problemen binnenkomen, maar het omgekeerde kan ook: niet buiten bewustzijn raken en toch lang last houden."
Michel D'Hooghe van de FIFA laat telefonisch weten dat er dit WK tot nu toe drie gevallen van een hersenschudding bij hem bekend zijn.