Ontvanger Willems-Orde: 'Ik ben niet dapper, ik deed gewoon mijn werk'
"Mijn eerste reactie was: wat is dit nu weer? En de tweede: dit is te veel eer voor mij." Roy de Ruiter kon het niet geloven toen hij te horen kreeg dat hij wordt voorgedragen voor de Militaire Willems-Orde, de belangrijkste Nederlandse dapperheidsonderscheiding.
De Ruiter vindt zichzelf niet dapper. "Voor mij zijn de mannen en vrouwen op de grond dapper, die elke keer weer de poort uit gingen. Dapper voor mij zijn de jongens en meiden in de veldhospitaals, die geregeld de meest afgrijselijke dingen te zien kregen. En dapper zijn de gewonden die thuis komen en ondanks alle tegenslagen zichzelf er mentaal en fysiek weer bovenop werken", zegt hij.
"Ik heb me in Afghanistan nooit bezig gehouden met dapperheid. Mijn enige taak was ervoor zorgen dat mannen en vrouwen weer veilig thuis kwamen. Daar heb ik me keihard voor ingezet, elke dag weer. Het interesseerde me niet of ik nou dapper bezig was of niet."
Majoor De Ruiter is de derde Afghanistan-veteraan die de Militaire Willems-Orde krijgt. De reden daarvan weet hij nog niet. Dat hoort hij van koning Willem-Alexander op 31 augustus, wanneer hij geridderd wordt.
De Apache-piloot denkt dat het in ieder geval niet met moed te maken heeft. "Ik denk dat het in mijn geval meer gezocht moet worden in beleid en trouw", zegt hij, verwijzend naar het motto van de Militaire Willems-Orde: moed, beleid en trouw.
De Ruiter heeft een tijd getwijfeld of hij het ereteken moest accepteren of niet. Hij vond het veel te veel eer en daarnaast zit hij niet op de aandacht te wachten.
"Ik houd er niet van om het middelpunt van aandacht te zijn. Ik ben expres getrouwd in alle stilte, zonder familie erbij. Ik heb mijn ouders met een smoes misleid, zodat ze niet bij mijn diploma-uitreiking waren op de middelbare school", vertelt hij.
Uiteindelijk ging De Ruiter toch overstag omdat hij de Willems-Orde ziet als een erkenning voor de luchtmachtoperatie in Afghanistan. Daarnaast is zijn voordracht opgestart vanuit de landmacht, waarvoor De Ruiter veel respect heeft, "want dat zijn de mannen en vrouwen op de grond".