Golfers vechten tegen de wind bij US Open, Woods is slechter dan ooit
De eerste dag van het US Open, de tweede golfmajor van het jaar, heeft zijn sporen nagelaten. Door de harde wind werd de toch al moeilijk bespeelbare baan in Shinnecock Hills een nog zwaardere beproeving. Helemaal voor Tiger Woods.
De 42-jarige Amerikaanse legende, die het toernooi tien jaar geleden voor het laatst won en daarna ver terugviel door persoonlijke problemen en aanhoudend blessureleed, begon zijn ronde met een triple bogey (drie slagen boven het baangemiddelde) en kwam daarna ook nog met twee dubbele bogey's op de proppen.
Slechter dan ooit
Woods eindigde zijn ronde op 78 slagen, acht boven het gemiddelde en negen achter de vier koplopers Dustin Johnson, Scott Piercy, Ian Poulter en Russell Henley. Slechter deed de drievoudig kampioen het nog nooit op de US Open. In 1996 kwam hij op Oakland Hills eens tot een ronde van 77 slagen.
"Het was al vrij snel duidelijk dat er weinig birdies zouden vallen en veel bogeys", zei Woods na afloop. "Mijn plan was om geen hogere score dan een bogey neer te zetten, maar dat gebeurde gewoon drie keer wel. Niet goed dus." Het leverde hem de 101ste plaats op van de eerste ronde.
Johnson op koers
Alleen de vier koplopers eindigden onder par. Vorig jaar op de baan van Erin Hills doken 44 spelers onder het baangemiddelde in de openingsronde. "Vanwege de wind moest je je op iedere bal zo ongelooflijk goed concentreren. Het was een hele moeilijk dag", zei Johnson.
De Amerikaan is door zijn overwinning in het FedEx St.Jude Classic afgelopen week weer de nummer een van de wereld. De man in vorm lijkt dan ook de beste papieren te hebben om het US Open te winnen.