Kamer steunt nieuwe verdeling geld voor achterstandskind
Veel meer kleinere- en middelgrote gemeenten krijgen de komende jaren extra geld om kinderen te helpen met een taal- en ontwikkelingsachterstand. Een meerderheid in de Tweede Kamer steunt het plan van minister Slob van Onderwijs om de huidige verdeling drastisch te veranderen.
Nu krijgen vooral grote steden extra geld om te voorkomen dat peuters en kinderen op de basisschool te veel achterop raken. Het kabinet wil dat er een betere spreiding komt over Nederland, omdat ook in kleinere gemeenten scholen te maken hebben met kinderen met een achterstand. "Er komt een eerlijkere verdeling en ook de werkdruk voor leraren wordt minder, omdat er een minder bureaucratisch beoordelingssysteem komt", zegt minister Slob.
Schuldsanering
Scholen moeten nu allerlei formulieren invullen met informatie het opleidingsniveau van de ouders om in aanmerking te komen voor een bijdrage. Slob voert een nieuw verdelingssysteem in, waarbij ook gekeken wordt of ouders in de schuldsanering zitten, hoe lang ze al in Nederland wonen en wat hun herkomstland is.
De coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie zijn enthousiast over de nieuwe verdeling van het geld, in totaal een pot van zo'n 750 miljoen euro. CDA-Kamerlid Rog spreekt over een goede balans tussen grote steden en kleinere gemeenten.
Overgangstermijn
In totaal gaan 342 gemeenten erop vooruit en krijgen 38 gemeenten minder, waaronder Amsterdam en Utrecht. Er komt een overgangstermijn van drie jaar. In april horen de scholen welk bedrag ze precies kijken. Nu is er nog sprake van een schatting.
Oppositiepartijen SP, GroenLinks en de PvdA vinden het jammer dat het kabinet niet heeft gekozen voor een basisvoorziening, zodat alle peuters extra hulp krijgen. Het kabinet en de coalitie willen dat niet om versnippering van het geld te voorkomen.