Een distributiecentrum in Waalwijk
NOS NieuwsAangepast

De schaduwkant van online shoppen: 's nachts bikkelen in sorteercentrum

  • Danny van Zeggelaar

    redacteur Online

  • Danny van Zeggelaar

    redacteur Online

We hebben met z'n allen een onstilbare honger om online te shoppen. Even een nieuwe broek kopen, een nieuwe televisie. Oh, de wasmachine is kapot. Met drie klikken heb je een nieuwe besteld en staat een dag later de nieuwe al te draaien. Soms zelfs sneller dan wanneer je naar de fysieke winkel gaat.

Maar die enorme koophonger heeft een keerzijde: de werkomstandigheden in distributiecentra. Steeds meer mensen werken vooral 's nachts, om al die 'voor 23.00 uur besteld, straks al in huis'-pakketjes te picken, in te pakken en te vervoeren. En vaak gaat het om slecht betaalde baantjes, zonder vast aantal uren. Gezond is het bovendien ook niet. Volgens de Gezondheidsraad verhoogt nachtwerk het risico op diabetes type 2 en hart- en vaatziekten.

Een reportage uit De Groene Amsterdammer van vorige maand leidde tot Kamervragen: over de Oost-Europeanen die onder bijzonder matige omstandigheden moeten werken in de distributiecentra van Albert Heijn. En zo zijn er nog wel meer voorbeelden te noemen van niet al te beste arbeidsomstandigheden in distributiecentra. De vakbonden klaagden er de laatste jaren steen en been over.

Mike werkt sinds een jaar als pakketsorteerder via een uitzendbureau bij PostNL. Hij legt uit wat zijn werk zo zwaar maakt:

Mike is orderpicker en werkt altijd tot diep in de nacht

Ronald, die niet met zijn echte naam in dit stuk genoemd wil worden, werkte acht jaar lang als leidinggevende in een distributiecentrum van een grote Nederlandse winkelketen. Hij stuurde daar de orderpickers aan, mensen die in de distributiecentra alle producten verzamelen. Een half jaar geleden legde hij zijn werk neer, omdat hij zich een soort slavendrijver voelde.

"De mensen moeten bepaalde targets halen", zegt hij. "Op verschillende afdelingen heb je normen. Honderd producten per uur, tweehonderd producten per uur. En die norm moet gehandhaafd worden, want de lijst van die dag moet gewoon af. Dat betekende dat je de mensen af en toe achter de vodden moest zitten."

Dat was voor hem niet zo'n probleem. Het grote probleem vond Ronald wel de inzet en de behandeling van de flexmedewerkers. "Als ze ze nodig hebt, vraag je ze aan", legt hij uit. "Dat gaat via uitzendbureaus. In een gemiddeld distributiecentrum werken de personeelsleden via verschillende uitzendbureaus. Het aanspreekpunt is het 'hoofduitzendbureau', een master vendor. Die regelt alle uitzendkrachten bij de verschillende uitzendbureaus."

Eerst kreeg ik meneer Jansen, nu kreeg ik iemand met 'competentie drie'.

'Ronald'

Voor hem als leidinggevende was dat lastig. Tot een paar jaar geleden had hij zelf contact met de uitzendbureaus, die extra mensen regelden als dat nodig was. Nu ging dat allemaal via de uitzendbureaus. "Eerder wist ik nog dat ik meneer Jansen aanvroeg als ik hem nodig had. Nu kreeg ik iemand die voldeed aan competentie '3', hij kon inpakken en een heftruck besturen. Pas in de ochtend wist je wie je kreeg. De mens werd als het ware weggezet in een nummer."

Vaste uren bestonden er niet voor de flexwerkers. Ze hoefden alleen op te komen dagen als er werk voor ze was. Medewerkers konden altijd gevolgd worden. Wat ze deden, wanneer ze dat deden, hoeveel ze deden. "Mensen die de targets niet haalden hadden wel een probleem. Die krijgen een flinke reprimande van het uitzendbureau." En was het werk op een gegeven moment wel klaar of was er niet zoveel meer te doen, dan werd je zonder pardon weer naar huis gestuurd.

Hij vervolgt: "Bovendien is het voor leidinggevenden veel moeilijker geworden om vooruit te blikken. Als je het in de middag heel druk ziet worden, dan ga je bellen met zo'n master vendor. Om 14.00 uur krijgt de uitzendkracht te horen dat hij over een uurtje verwacht wordt, omdat hij eerder die week aangaf voor vijf dagen beschikbaar te zijn. Soms waren er geen mensen beschikbaar. Dan werd er even naar Polen gebeld om ze hierheen te halen. Op zondag kwamen ze aan, op maandag gingen ze aan het werk."

Nee zeggen, was een doodzonde.

'Ronald'

Ronald stopte een half jaar geleden met zijn werk als leidinggevende. Hij zag hoe mensen braken of helemaal op waren door het fysiek zware werk in de distributiecentra. "Zeker in drukke tijden werd van mensen verwacht dat ze gingen overwerken. Maar nee-zeggen gebeurde niet. Zeker niet bij de Oost-Europese medewerkers, die toch al niet zo mondig zijn en bang zijn om nee te zeggen. Voor hen was nee-zeggen een doodzonde. Uitzendbureaus zagen dat als werkweigering."

Hij maakt zich boos. "Zo met mensen omgaan, dat kon echt niet. Er waren soms werkdagen van half 6 's ochtends tot half 7 's avonds. Dat is zo zwaar, als je de hele dag meubels moet tillen." Volgens hem was acht jaar geleden 80 procent van de mensen in het distributiecentrum nog gewoon in dienst van de winkelketen. Nu werkt, zegt hij, 80 procent via de uitzendbureaus.

Ronald zelf werkt overigens nog steeds in de logistiek. Maar in een distributiecentrum, dat gaat hij niet meer doen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl