Radovan Karadzic eist nieuw proces, aanklager wil levenslang voor genocide
De voormalige Bosnisch-Servische president Radovan Karadzic heeft in hoger beroep geëist dat zijn veroordeling wordt verworpen en dat er een nieuw proces komt. Karadzic (72) kreeg in maart 2016 van het Joegoslaviëtribunaal 40 jaar celstraf voor genocide, misdaden tegen de menselijkheid en schending van het oorlogsrecht.
Hij staat nu opnieuw voor de rechter in Den Haag. Het hoger beroep dient bij het MICT. Het Mechanism for International Criminal Tribunals is het VN-hof dat de nog lopende zaken afhandelt van het Joegoslaviëtribunaal, dat eind vorig jaar zijn deuren sloot.
Onmiddellijk na zijn veroordeling liet Karadzic via zijn advocaat al weten dat hij in hoger beroep zou gaan. Hij hield vol dat zijn acties bedoeld waren om de Serviërs in Bosnië te beschermen.
'Oncontroleerbaar mega-proces'
Zijn advocaat noemt het proces, dat zeven jaar duurde, een log mega-proces dat niet meer in de hand te houden was. Later vandaag zal Karadzic zelf aan het woord komen. Dan zal hij zeggen dat de conclusie van het tribunaal dat hij lid was van een criminele organisatie die tot doel had niet-Serviërs uit door Serviërs geclaimde gebieden in Bosnië en Kroatië te verdrijven, niet klopt.
Zijn advocaat zei dat Karadzic verder de aanklacht zal aanvechten dat hij het beleg van Sarajevo steunde.
Ook de aanklagers gingen in beroep. Zij willen dat Karadzic levenslang krijgt voor een tweede aanklacht wegens genocide in verschillende plaatsen in Bosnië tijdens de oorlog begin jaren 90.
Vandaag en morgen kunnen beide partijen op een hoorzitting hun standpunten toelichten. Hoelang het hoger beroep zal duren, is niet duidelijk.
Srebrenica en Sarajevo
Als politiek leider en opperbevelhebber van de Servische strijdkrachten in Bosnië was Karadzic verantwoordelijk voor de genocide in Srebrenica, die in juli 1995 werd uitgevoerd door generaal Ratko Mladic en zijn troepen. Ook leidde hij het beleg van Sarajevo, dat 44 maanden duurde.
Hij werd schuldig bevonden aan tien van de elf aanklachten tegen hem, waaronder uitroeiing, vervolging en deportatie in de burgeroorlog in Bosnië. Ook werden gijzelaars, onder wie VN-militairen, ingezet als menselijk schild.
Woedende nabestaanden
In Bosnië werd woedend gereageerd op de straf van 40 jaar. Slachtoffers en nabestaanden konden niet begrijpen dat het Joegoslaviëtribunaal hem niet tot levenslang had veroordeeld. Onder anderen de Moeders van Srebrenica waren niet te spreken over het vonnis.
Karadzic leidde de Republika Srpska van 1992 tot het einde van de oorlog in november 1995. Nog datzelfde jaar volgde een aanklacht. Hij slaagde erin jarenlang uit handen van het Joegoslaviëtribunaal te blijven en werd pas in 2008 gearresteerd in een stadsbus in Belgrado. Hij droeg inmiddels een lange baard en gaf zich uit voor de alternatieve arts dokter Dragan Dabic.