In het centrum van Berlijn is vrijdagmiddag een flinke vliegtuigbom ontmanteld. Eén van de 250.000 bommen die tijdens de Tweede Wereldoorlog op Duitsland zijn gedropt, maar niet ontploften. Ook Nederland werd voor en tijdens de bezetting bestookt met bommen, zowel van de Duitsers als van de geallieerden.
Hoeveel van die explosieven zitten hier eigenlijk nog in de grond?
Wekelijks krijgt de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) veertig tot vijftig meldingen van gevonden munitie uit de Tweede Wereldoorlog. "Dat kan één kogeltje zijn, maar ook honderd granaten", zegt majoor Werner van Rooij. "Gemiddeld één keer per week komt iemand een vliegtuigbom tegen."
Schattingen over hoeveel bommen er nog in de Nederlandse bodem liggen, lopen uiteen. Volgens de EOD zijn er nog een stuk of honderd onontdekt, maar Frank Barink denkt eerder dat het er duizenden zijn. Zijn bedrijf spoort die bommen op.
"Als je kijkt naar hoeveel vliegtuigen vanuit Amerika en Groot-Brittannië naar Nederland zijn gevlogen, zie je dat er nog een heleboel bommen ontbreken", zegt Bannink.
Ongeveer 80 procent van de bommen is door geallieerden gedropt om de Duitsers terug te dringen. "Vliegvelden, bruggen en spoorwegovergangen waren per definitie hun doel," zegt Van Rooij.
Schiphol
Er worden vaak Duitse bommen gevonden naast vliegvelden. Daar lagen namelijk 'schijnvliegvelden', om de geallieerden te misleiden. Om veiliger te kunnen landen, dropten Duitse bommenwerpers op de terugweg van Groot-Brittannië daar vaak ongebruikte bommen. "We zijn nu naast Schiphol druk bezig met het opruimen van explosieven, omdat ze daar gaan bouwen", zegt majoor Van Rooij.
Ook op het platteland worden regelmatig explosieven gevonden. "Rond deze tijd van het jaar, wanneer de grond weer bewerkbaar is, zien we een piek", zegt Van Rooij. "Net als tijdens de oogsttijd. In de winter worden bijna geen bommen ontdekt."
Maar ook in steden, zoals in Berlijn, kan nog weleens een bom liggen. "Na de oorlog zijn we gaan bouwen waar het makkelijk was: binnen de stad", zegt Barink. "Toen werd er niet naar bommen gezocht. Nu wordt dat wel gedaan, dus zie je dat er meer bommen worden gevonden als de economie aantrekt: tijdens de recessie was er bijna geen nieuwbouw, dus werd er ook niets gevonden."