Mariniers tijdens een oefening op het strand van Vlissingen
NOS NieuwsAangepast

Defensie onderzoekt massale vertrek bij Korps Mariniers

Het Korps Mariniers kampt met het vertrek van een groot aantal militairen. Vorig jaar vonden in totaal 99 mensen een andere baan. Dit jaar zijn het er volgens het ministerie van Defensie al 66. "Dat is zorgelijk", zegt een woordvoerder.

De Volkskrant schreef vanmorgen over "de leegloop" bij het Korps Mariniers. De krant wijt die aan de geplande verhuizing, in 2022, van Doorn naar Vlissingen. Veel militairen die nu in de provincie Utrecht zijn gestationeerd zouden het niet zien zitten om naar Zeeland te gaan.

Het ministerie van Defensie zegt niet zeker te weten wat de oorzaak is. "Het zou kunnen komen door de aantrekkende economie", zegt de woordvoerder. Maar hij heeft ook signalen dat de verhuizing naar Vlissingen meespeelt.

Snel uitzoeken

Het Korps Mariniers is inmiddels aan het inventariseren wat er aan de hand is. Staatssecretaris Visser wil op basis daarvan snel bekijken wat eraan gedaan kan worden.

Haar woordvoerder zegt dat de slagkracht van het Nederlandse leger nu nog niet wordt aangetast door het vertrek van militairen. De vertrekkers zijn volgens hem vooral onderofficieren (zeg maar het middenkader van de werknemers) "en dat is toch de ruggengraat" van het korps. Volgens hem is het daarom zaak snel een einde te maken aan het probleem.

In de Volkskrant stelde voorzitter Bert van de Wakker van de medezeggenschapscommissie van het Korps Mariniers de kwestie aan de kaak. "Als dit zo doorgaat is er straks geen korps meer om te verhuizen", stelt Van de Wakker.

De krant schrijft dat de mariniers bang zijn dat hun partners in Vlissingen geen nieuwe baan kunnen vinden. Ook vrezen ze dat ze een koophuis nooit meer kwijtraken als ze weer weg willen uit de Zeeuwse stad. Daarnaast zouden er te weinig schietbanen zijn, waardoor zij vaker van huis zijn om elders in het land schiettrainingen te volgen.

Schietbanen

Volgens voorzitter Jean Debie van defensievakbond VBM speelt het gebrek aan trainingsfaciliteiten bij de nieuwe kazerne een belangrijke rol. "Het is een politieke beslissing geweest om de mariniers naar Vlissingen te verhuizen. Dan mag je op zijn minst verwachten dat alle beloofde voorzieningen als schietbanen en dergelijke aanwezig zijn, maar daar zijn geen financiële middelen voor."

Debie zegt dat zijn bond nog in gesprek is met politieke partijen om meer geld los te krijgen voor de nieuwe kazerne in Vlissingen.

Premier Rutte noemt de ontwikkeling "heel zorgelijk". In het televisieprogramma Goedemorgen Nederland zei hij dat hij contact heeft gehad met staatssecretaris Visser van Defensie."Het zijn mensen die ongelooflijk belangrijk werk voor Nederland doen. We moeten ervoor zorgen dat ze het naar hun zin hebben", aldus Rutte.

De kazerne in Doorn

De Koninklijke Marine erkent dat veel mariniers hun biezen pakken, maar een woordvoerder zegt tegen de Volkskrant dat het "nog geen invloed heeft op de gevechtskracht of operaties". Wel is een eenheid tijdelijk opgeheven. "Beter twee goed gevulde squadrons, dan drie deels gevulde", is de verklaring.

Volgens Van de Wakker vertrekken vooral onderofficieren en zijn die lastig te vervangen, omdat het gemiddeld 5 tot 10 jaar duurt voor iemand onderofficier wordt.

De gemeente Utrechtse Heuvelrug, waar Doorn onder valt, noemde de verhuizing in 2012 "een sociale en economische ramp". Een pleidooi om de kazerne te renoveren werd destijds genegeerd.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl