De smartphone: nog maar tien jaar geleden kwamen de eerste modellen op de markt, en begon een revolutie die nog niet tot stilstand is gekomen. Tegenwoordig heeft bijna iedereen een smartphone en is het gebruik ervan op bijna alle plekken geaccepteerd.
Ook jongeren gebruiken graag hun smartphone: ongeveer 10 procent heeft moeite om het apparaat weg te leggen. Een reden voor sommige ouders en scholen om deze telefoon te verbieden. Maar helpt dat? En hoe gevaarlijk is het nou echt?
"Veel leerlingen zijn echt vergroeid met hun mobiele telefoon", zegt docent en mediacoach Susanne van Rootselaar. "Daarom zeggen wij tegen onze brugklassers: op het moment dat je binnenkomt, lever je je telefoon in. Veel leerlingen kunnen de verleiding niet weerstaan om tijdens de les even naar dat ding te kijken."
Ze benadrukt dat dit ook voor volwassenen opgaat, en dat ze zichzelf ook af en toe op de vingers moet tikken niet voortdurend op haar telefoon te kijken. Toch vindt ze het voor kinderen een ander verhaal. "Ik vind het zorgelijk dat kinderen op de basisschool op een hele jonge leeftijd al een mobiel hebben. Waarom is dat nodig?
Ook Jan Bassa, vader van een 17-jarige zoon, vroeg zich dat af. Hij besloot daarom vijf jaar geleden samen met zijn vrouw dat hun tiener nog geen smartphone mocht hebben. "We zagen om ons heen dat ze veel effect hebben op de gezondheid van kinderen. De negatieve invloed op de ontwikkeling van het brein, op het geheugen, enzovoorts. Weegt dat op tegen het schijnbare nut van zo'n telefoon?"
Nadelen, maar ook voordelen
Maar onderzoekers wijzen erop dat niet alle jongeren last hebben van de smartphone. "Wij doen onderzoek onder grote populaties jongeren en daar wegen de voordelen van smartphone-gebruik op tegen de nadelen", zegt Patti Valkenburg, hoogleraar media, jeugd en samenleving aan de Universiteit van Amsterdam. Ze doet al jarenlang onderzoek naar de effecten van bijvoorbeeld sociale media op jongeren. En ze heeft geen wetenschappelijk bewijs gevonden dat smartphones jongeren ongelukkiger, dommer, minder sociaal of depressiever maken.
Toch hebben ongeveer 200.000 jongeren in Nederland wel degelijk problemen met hun smartphone, beaamt ook Valkenburg. "Een van de effecten van de smartphone is dat ze onze aandacht versplinteren. Een ander probleem is dat we er te veel mee bezig zijn. 'Problematisch gebruik' noemen we dat."
Maar dat weegt volgens Valkenburg niet op tegen de voordelen. "Al die positieve feedback op foto's of berichten bijvoorbeeld, dat verhoogt je zelfvertrouwen. En als jongeren bijvoorbeeld veel met hun vrienden van school communiceren via social media kan dat die vriendschappen verbeteren. Ook omdat ze op social media makkelijker over intieme zaken zoals verliefdheid praten."
Er ontstaan enorm veel verliefdheden online.
Het verschil tussen online en offline vriendschappen geldt volgens Valkenburg voor jongeren minder dan voor volwassenen. "Hun sociale groepen zijn smaller dan die van volwassenen: ze praten op social media voornamelijk met dezelfde mensen die ze ook op het schoolplein zien."
Nog een positief punt volgens Valkenburg: "Uit ons laatste onderzoek bleek dat een kwart van de mensen tussen de 18 en 30 jaar hun partner online heeft gevonden. Dat is enorm toegenomen. Er ontstaan enorm veel verliefdheden online, bijvoorbeeld door middel van apps als Tinder en Happn."
Valkenburg vindt wel dat we waakzaam moeten blijven, omdat de smartphone zich blijft ontwikkelen. "De ontwikkelingen gaan razendsnel. Als ik nu vandaag zeg: de positieve effecten hebben de overhand, dan weet ik niet of dat over vijf jaar nog zo is."