Holleeder vijf dagen verhoord: 'U maakt overal zo'n punt van'
Hij had er niks mee te maken. Dat was de belangrijkste boodschap van Willem Holleeder tijdens de eerste fase van zijn proces. Vijf zittingsdagen lang was hij aan het woord. Vanaf volgende week maandag staan de verhoren van zijn zussen gepland.
Holleeder zegt dat hem allerlei zaken in de schoenen worden geschoven. En daarbij is zijn zus Astrid - die volgens hem uit is op geld - de kwade genius. Volgens hem heeft zij de boel aan elkaar gelogen en de andere vrouwen tegen hem opgezet, met het doel om hem achter de tralies te krijgen. Ze vertelde "vieze, smerige leugens", zegt Holleeder.
In dit eerste deel van het proces werd Holleeder ondervraagd aan de hand van zijn eigen handgeschreven verklaring van 127 bladzijden. Hij blijkt het dossier heel goed te kennen. Hij weet precies wat er staat, vult dat aan en gebruikt het om zijn punt te maken.
Ze proberen me af te schilderen als slechterik.
Af en toe zijn er kritische vragen van de officieren van justitie, die proberen hem op tegenstrijdigheden te betrappen. Holleeder reageert dan steeds als door een wesp gestoken. "U maakt overal zo'n punt van." Of als de officier opmerkt dat Holleeder altijd anderen de schuld geeft: "ik begin een beetje flauw te worden hiervan, ze proberen me af te schilderen als slechterik." Hij dreigt geen antwoord meer te geven, maar zover komt het niet.
Vanmiddag kreeg hij het een stuk moeilijker. De rechtbank begon met het bespreken van de gesprekken die de zussen opnamen. Daarop is te horen hoe hij tegen ze tekeer ging, en hoe hij ze bedreigde. "Zij schreeuwen ook", antwoordt Holleeder. "We komen uit hetzelfde nest, zo zijn we gebekt."
Op de tapes is te horen hoe Holleeder met van alles dreigt, van tanden uit de mond slaan tot "à la minute doodschieten". Daarover zegt hij nu: "ik riep maar wat, als ik boos ben dan zeg ik dat soort dingen". Dat moeten we niet te letterlijk nemen. Hij is er niet trots op, het hoort niet, zegt hij nu. "Maar ik ben ook maar een simpele jongen uit de Jordaan."
Je weet hoe ik ben, voordat je het weet ligt hij op de grond.
Holleeder staat niet terecht voor de bedreigingen, maar voor moordopdrachten. Ook die zouden op de tapes besproken worden. Zoals in het zinnetje "Je weet hoe ik ben, voordat je het weet ligt hij op de grond." Dan had hij het niet over de liquidaties, zegt Holleeder, maar over een paar klappen geven. En wat bedoelde hij toen hij zei "hij krijgt de kogel", vroeg de rechtbank. "Op dat moment had ik weer wat nieuws verzonnen om druk te zetten." En ook toen hij zei "ik dreig niet, ik doe" had dat niets met liquidaties te maken, zegt Holleeder.
Ondertussen wordt het `dagje Holleeder' steeds populairder. De rij voor de Bunker was vanochtend langer dan ooit. Dagjesmensen komen vaak van ver, en sommige zijn er heel vroeg om een plek te bemachtigen. Ze zullen lang niet alles wat er besproken wordt begrijpen. Er komen heel veel namen en gebeurtenissen uit de onderwereld voorbij, zonder de context. Maar als je volhoudt, wordt je wel getrakteerd op allerlei wetenswaardigheden over het dagelijks leven van criminelen.
Bellen deed Holleeder liever niet. Hij heeft een hekel aan telefoons, zegt hij. Hij liet zich liever oppiepen met een semafoon. Zo kunnen er geen gesprekken worden afgeluisterd. Maar dat is niet de uitleg die hij er zelf bij geeft. "Dat was lekker rustig", zegt hij. "Mijn vriendinnen hebben allemaal een aparte pieper." Want "als ze allemaal dezelfde pieper hebben gaat hij de hele dag af."
Waar leefde Holleeder van, na zijn laatste gevangenisstraf, wilden de rechters weten. Hij vertelt dat hij 2000 euro verdiende voor iedere column in de Nieuwe Revu. En over de eerste foto na zijn vrijlating had hij een deal met de fotograaf. De opbrengst, "tien ruggen", zouden ze delen. Geld was er altijd wel genoeg. Zwart geld dan. Hij had 1,4 miljoen euro in cash liggen bij een advocaat.
Maar het is best saai hoor, steeds een broodje eten en een drankje doen.
Holleeder at nooit thuis. Hij ging altijd naar restaurants, zoals Le Garage in Amsterdam en bij Herman den Blijker in Rotterdam. Thuis in de koelkast had hij alleen wat kaas liggen voor als hij laat thuis kwam. Criminelen brengen hun dagen door met samen koffie drinken en broodjes eten, zegt hij. "Kijk, die mensen werken maar heel weinig." Vaste prik was zondagavond in de Bulldog. "Daar zat iedereen."
"Maar het is best saai hoor, steeds een broodje eten en een drankje doen", zegt Holleeder. Hij probeerde daarom wel aan het werk te komen. Zo wilde hij uit de onderwereld los komen, zegt hij. En op dat punt heeft de rechtbank de meeste kritische vragen. Waarom ging hij dan nog steeds om met allerlei criminelen? Waarom brak hij niet met ze?
Holleeders verweer: "ik ken veel mensen, anders kon ik niemand meer begroeten." Een indrukwekkende lijst criminele kennissen passeert de revue. Veel mensen leerde hij kennen in de gevangenis. Daarna hield hij contact. Maar hij deed met bijna niemand zaken. Het was "gewoon, gezellig". Holleeder: "Ik ben ook niet de netste jongen. Ik ben een grote boef. Maar dat betekent niet dat ik opdracht gaf voor liquidaties."