Aanbod aan migrantenpartijen sterk toegenomen
Het aantal migrantenpartijen dat meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen is fors toegenomen ten opzichte van vier jaar geleden. Dat blijkt uit een rondgang van de NOS langs dertig gemeenten die volgens het CBS het hoogste percentage 'niet-westerse allochtonen' hebben. Deden er in deze plaatsen in 2014 nog 8 migrantenlijsten mee, deze keer zijn dat er 22. De helft van deze groei is toe te schrijven aan de deelname van Denk.
Het is een steekproef. Ook in andere gemeenten doen er partijen mee met veel kandidaten met een migratieachtergrond die zich vooral op deze doelgroep richten. Voorbeeld is de deelname van Denk in Deventer en Alkmaar.
Een van de nieuwe partijen is WSTAV in Almere. Ricardo Esajas, campagneleider van de partij, wijst op de teleurstelling bij veel kiezers. "Zij voelen zich niet meer thuis bij de traditionele partijen, die krijgen daar te weinig zeggenschap", zegt Esajas.
Sylvana Simons
Het grootste aanbod is er in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Daar kan steeds uit vier partijen worden gekozen, al zijn dat niet overal dezelfde. Zo doet Rotterdams Turks Belang alleen in die gemeente mee. Hetzelfde geldt in Amsterdam voor Bij1 van Sylvana Simons.
Ook in kleinere gemeenten met relatief veel inwoners met een migratieachtergrond zijn dit soort partijen opgericht. Zo doen in Rijswijk Nederlandse Surinamers mee als 'Partij Sociaal Cultureel Centrum'.
PvdA
De opkomst van migrantenpartijen is een betrekkelijk nieuw fenomeen: bij de raadsverkiezingen van 2006 stemde nog 84 procent van de Turkse Nederlanders op de PvdA, 82 procent van de Surinaamse Nederlanders, 78 procent van de Marokkaanse Nederlanders en 50 procent van de Antilliaanse Nederlanders.
In de periode daarna echter keerden steeds meer kiezers met een migratieachtergrond zich van de PvdA af. Bij de Kamerverkiezingen van afgelopen maart stemde nog 28 procent van de Turkse Nederlanders op deze partij en 18 procent van de Marokkaanse Nederlanders. Veel van deze kiezers stemden op Denk: 47 procent van de Turkse Nederlanders en 37 procent van de Marokkaanse Nederlanders.
Ritueel slachten
Volgens politicoloog Floris Vermeulen van de Universiteit van Amsterdam, die veel onderzoek deed naar migrantenpartijen, is 2006 een keerpunt omdat de PVV toen voor het eerst meedeed aan verkiezingen. Veel kiezers met een migratieachtergrond kregen het gevoel dat de andere partijen te weinig weerstand boden tegen Geert Wilders. "En in reactie op het succes van de PVV pasten andere partijen hun standpunten aan", aldus Vermeulen.
Dat gold ook de PvdA. "Dat die partij zich uitsprak tegen ritueel slachten was voor veel kiezers met een migratieachtergrond een eye opener", zegt Vermeulen.
Teleurgesteld
André Krouwel, politicoloog aan de Vrije Universiteit en maker van het Kieskompas, zag in zijn onderzoek naar de Kamerverkiezingen van 2017 dat Denk vooral populair is bij jongere kiezers met een migratieachtergrond. "Die zijn gemiddeld hoger opgeleid dan hun ouders en verwachten daardoor dezelfde kansen te krijgen als iedereen. Maar door subtiele en minder subtiele discriminatie, zoals bij sollicitaties, lukt dat niet."
Cemil Yilmaz is lijsttrekker van het islamitische Nida, dat behalve in Rotterdam dit jaar ook in Den Haag meedoet. Ook zijn electoraat bestaat voor een groot deel uit teleurgestelde kiezers, denkt hij. "De meeste partijen in Den Haag missen de worteling in de wijken. Na de verkiezingen zien de kiezers hen nooit meer."