Minister wil overleg over 'afstandsmoeders'
Minister Dekker voor Rechtsbescherming gaat met belangenorganisaties en onderzoekers praten over 'afstandsmoeders' in Nederland. Dat zijn moeders die hun kind hebben afgestaan voor adoptie. Het gaat daarbij vooral over de vraag of ouders zich in het verleden soms onder druk gezet voelden om hun kind niet zelf op te voeden, omdat ongehuwd moederschap in een kwaad daglicht stond.
Uit onderzoek van de Radboud Universiteit in Nijmegen naar adoptie tussen 1956 en 1984 komt naar voren dat er geen echte dwang van de overheid is geweest. Maar moeders ervoeren soms wel druk van hulpverleners en organisaties. Ook zeiden ze dat ze soms niet genoeg geïnformeerd waren over hun mogelijkheden.
Vervolgonderzoek
In een Kamerdebat vroeg D66-Kamerlid Bergkamp om een diepgaand vervolgonderzoek. Volgens haar is nog te weinig bekend over wat er destijds precies is gebeurd. Ze werd bijgevallen door andere Kamerleden.
Dekker vindt een echt onderzoek nu niet nodig, maar hij wil wel met betrokkenen overleggen over de mogelijkheden. Ook gaat hij bekijken of de nazorg voor deze groep beter moet.
China
In het debat ging het ook over adoptie uit het buitenland. Veel Kamerleden maken zich zorgen over de praktijken van sommige landen, die bewust alleen zieke kinderen voor adoptie zouden afstaan, terwijl ze zelf weinig doen om deze groep te helpen.
CDA-Kamerlid Van Toorenburg noemde onder meer Bulgarije en China. Volgens haar zijn er in China "praktijken waar de honden geen brood van lusten".
Adoptie uit buitenland blijft
Dekker zei dat hij landen erop wil blijven aanspreken dat adoptie geen excuus mag zijn om bepaalde groepen te verwaarlozen. Maar individuele gevallen mogen daar niet de dupe van worden, zei hij.
De bewindsman voelt er niets voor om, zoals de Raad voor Strafrechtstoepassing ruim een jaar geleden voorstelde, helemaal te stoppen met adopties van kinderen uit het buitenland. Een ruime Kamermeerderheid steunt hem daarin.