33.000 mensen uit bijstand in Rotterdam en Amsterdam
Amsterdam en Rotterdam hebben de afgelopen vier jaar zo'n 33.000 mensen vanuit de bijstand aan werk geholpen. In Rotterdam ging het om 15.590 mensen, van wie er ruim 13.000 niet alsnog terugvielen in de bijstand. Dat ligt hoger dan de 12.000 die het Rotterdamse college als doelstelling had gesteld.
In Amsterdam kwamen 23.000 mensen aan het werk, van wie 18.000 mensen uit de bijstand.
'Rechtvaardig'
Rotterdam had de afgelopen vier jaar een streng beleid, waarbij aanvragers van een bijstandsuitkering veel informatie moeten aanleveren en er strenge verplichtingen zijn verbonden aan een uitkering. Ook controleert de gemeente intensief op bijstandsfraude en zijn de afgelopen vier jaar 2150 uitkeringen beëindigd vanwege fraude of per ongeluk verkeerd verstrekte gegevens.
Wethouder Struijvenberg van Werkgelegenheid vindt het beleid niet per se streng. "Ik noem het liever rechtvaardig. Het Rotterdamse beleid is gericht op uitstroom naar werk. Thuiszitten is geen optie."
Vriendelijk beleid
Amsterdam typeert zijn eigen aanpak juist als vriendelijk. Het richt zich op mensen met minder kans op werk en er wordt niet gezocht naar de kortste weg naar een nieuwe baan. Volgens het college stonden mogelijkheden van werkzoekenden centraal en hoeven bijstandsgerechtigden niet zonder loon te werken. Ook is de verplichte tegenprestatie voor een uitkering niet ingevoerd in de stad.
"Deze cijfers laten duidelijk zien dat je met vriendelijk doen minstens zo veel mensen verder helpt als met streng doen", zegt wethouder Vliegenthart van Sociale Zaken. Hij denkt dat de Amsterdamse aanpak leidt tot duurzame uitstroom, omdat de ambtenaren volgens hem weten welk werk aansluit bij de motivatie van werkzoekenden. "Als ze iets doen wat bij ze past, raken ze minder snel opnieuw werkloos."