Van Baarle/Terpstra: samen op de baan, concurrenten in klassiekers
Bij de Zesdaagse van Rotterdam rijden deze week twee potentiële winnaars van de Ronde van Vlaanderen als team rond op de wielerbaan. Niki Terpstra en Dylan van Baarle kennen elkaar amper, maar zijn door de organisatie aan elkaar gekoppeld.
Voor de twee wegrenners voelt het toernooi op de baan als buitenspelen, maar dan binnen. "Het is de eerste keer dat je weer losgelaten wordt. De hele sfeer eromheen is heel gaaf", zegt Van Baarle, die de Zesdaagse net als Terpstra gebruikt als voorbereiding op zijn wegseizoen.
"Het is een mooie winterbezigheid. We trainen veel uren in het grijze weer. Dan is dit een leuk intermezzo", aldus Terpstra.
Vorig jaar werden Terpstra en Van Baarle in de Ronde van Vlaanderen derde en vierde. Maar kan het duo ook deze week in Rotterdam meedoen om de podiumplaatsen?
"We zijn wel wegrenners en geen baanrenners", benadrukt Terpstra, die de Zesdaagse al drie keer won. "Je hebt hier veel baanspecialisten. De onderdelen bij een Zesdaagse zijn korter en explosiever en het gaat minder om duurvermogen. Dat is in ons nadeel. Maar we hebben wel ervaring en zijn allebei in vorm. Hopelijk gaat het goed."
Vizier op klassiekers
Na de Zesdaagse ligt de focus van het tweetal weer op de klassiekers op de weg. "Ik word uitgespeeld als kopman in de Omloop Het Nieuwsblad", zegt Van Baarle, die in het nieuwe seizoen voor Team Sky uitkomt. "Daar wil ik wel laten zien wat ik in mijn mars heb. Daarna zijn mijn doelen Vlaanderen en Roubaix. Ik hoop dat ik daar een vrije rol krijg."
Daarmee zijn de huidige collega's straks weer concurrenten, want ook Terpstra wil in het voorjaar scoren in de klassiekers. "Vorig jaar is echt een rotseizoen voor me geweest, met veel blessures en valpartijen. Ik wil mezelf dit jaar weer laten zien", zegt de renner van QuickStep.
"Ik hoop dat we komend jaar de nummer één en twee zijn in Vlaanderen", voegt Van Baarle toe. "En dan hoop ik dat ik op één sta, natuurlijk."