'Ik zou niet weten waarom hij dit heeft laten verzegelen'
Lambert Teuwissen
redacteur Online
Lambert Teuwissen
redacteur Online
Een dik dossier over de nalatenschap van Anton Mussert, compleet met inhoudsopgave van zijn brandkast. De dagboeken van premier Beel. Stukken over de onteigening van Schiermonnikoog, afgepakt van een Duitse graaf na de Tweede Wereldoorlog. Vanaf vandaag allemaal in te zien voor het grote publiek.
Sinds 2010 houdt het Nationaal Archief op elke eerste dinsdag van januari Openbaarheidsdag, waarbij de dossiers die dat jaar vrijkomen worden gepresenteerd. Het is gebruikelijk de overheidsstukken na 20 jaar vrij te geven, maar soms wordt die termijn opgerekt vanwege privacy of het landsbelang, tot maximaal 75 jaar.
Populair deze editie waren twee enveloppen die in 1988 door jurist Christiaan Enschedé persoonlijk werden verzegeld. Omdat die pas nu geopend mochten worden, wist zelfs rijksarchivaris Marens Engelhard niet wat erin zat. Spannend, omdat Enschedé vorige eeuw onderzoek deed naar twee netelige kwesties: de Amsterdamse rellen uit de jaren 60 en het oorlogsverleden van Wim Aantjes.
"Het komt niet vaak voor dat stukken echt verzegeld blijven, meestal mag men ze onder bepaalde voorwaarden toch inzien", zegt Engelhard. "Maar van een aantal documenten mochten we nu pas de zegels verbreken."
Keurig doorgeven
Veel tijd om zich van de inhoud te vergewissen krijgt Engelhard vanmiddag niet, journalisten staan alweer te dringen om inzage te krijgen. Medewerkers van het archief proberen iedereen kans te geven de mappen te bekijken. De blaadjes worden keurig doorgegeven
Het dossier over Aantjes is het dunst. Het begint met een aantal krantenknipsels die Enschedé verzamelde, zoals 'Aantjes voorzitter kampeerraad'. Het was het enige baantje dat de gevallen CDA-man nog kon krijgen nadat was gebleken dat hij over zijn oorlogsverleden had gezwegen. Dat Loe de Jong fouten had gemaakt en Enschedé verzachtende omstandigheden constateerde, maakten niet uit.
In het Aantjes-dossier zit verder wat correspondentie over het onderzoek, een boekje dat de zaak enkele jaren later nog eens oprakelde en een kaart van Kamervoorzitter Anne Vondeling uit Ierland.
"Ik zou niet weten waarom hij dit heeft laten verzegelen. Eigenaardig dat hij de moeite heeft genomen om dit 30 jaar lang geheim te houden", verzucht Roelof Bouwman, biograaf van Aantjes. "Normaal gesproken breng je stukken met een historische waarde naar het archief. Dit is misschien gemakzucht geweest: ik heb nog wat spullen liggen, stop maar in een envelop."
Hoewel Bouwman met enige gretigheid het dossier had opengeslagen, had hij al verwacht dat er niets in zou zitten wat het oordeel over het onderzoek van Enschedé wezenlijk zou veranderen. "Enschedé zou natuurlijk nooit iets hebben achtergehouden om het 30 jaar later uit een envelop te laten komen. Dan zou postuum zijn reputatie aan gruzelementen zijn."
De archiefmap over burgemeester Gijs van Hall is aanzienlijk dikker, maar ook hier bij eerste inspectie weinig nieuwe inzichten. De Amsterdamse burgervader werd in 1967 ontslagen na aanhoudende onrust in de jaren 60, van de rookbom op het huwelijk van Beatrix en Claus, tot de happenings rond Het Lieverdje en de Telegraafrellen, waarbij een dode viel. Had Enschedé Aantjes vrijgepleit, voor Van Hall was hij scherprechter: het kabinet ontsloeg hem.
Voor de liefhebbers zitten er wel een aantal saillante documenten in het dossier. Een conceptbrief over een meningsverschil met Van Hall, vol driftige doorhalen en verbeteringen. Of een verslag, 'strikt vertrouwelijk', van de Amsterdams wethouders die totaal verbaasd waren dat het kabinet Van Hall ontsloeg. Geen van hen kon bevroeden "dat terwijl de minister met de wethouders zat te praten, hij wist dat intussen de minister-president de burgemeester de keus stelde ofwel nog diezelfde dag ontslag aanvragen ofwel voor eervol ontslag te worden voorgedragen".
Van Hall zelf was ook woest over het onverwachte ultimatum, blijkt uit aantekeningen van Enschedé. "Ik laat mij niet als een oneerlijke keukenmeid wegsturen", sputterde hij tevergeefs.
"Een typische Van Hall-uitdrukking", meent Van Halls biograaf Dirk Wolthekker. "Barbertje moet hangen, zo voelde hij het ook. Tegenwoordig kun je van alles zeggen in de gemeenteraad en de Tweede Kamer, maar in zijn tijd was dit weinig parlementaire taal."
Van Hall is altijd verbitterd gebleven.
Verder een geboortekaartje van een kennis, een rouwkaart van een commissielid en een verzoek om 2,50 gulden te storten voor het afscheidscadeau voor de secretaresse (een keukenklok). En toch nog een kopie van een handgeschreven afscheidsbrief door Enschedé aan Van Hall. "Uw burgemeesterschap heeft u vreugde en verdriet gegeven. Ik wens u toe dat het bitter de komende tijd snel zijn scherpte zal verliezen en de herinneringen blijven aan de vele goede en mooie dingen."
"Het is een beetje een obligaat briefje", vindt Wolthekker. "Netjes, maar zo'n briefje moet je schrijven. Van Hall is bovendien altijd verbitterd gebleven over zijn burgemeesterschap. Hij heeft nog tien jaar geleefd, maar tot aan de laatste dag bleef hij er bitter over."