De vier patrouilleschepen van de Koninklijke Marine mogen voorlopig niet varen. De reden is een probleem met de sprinklerinstallaties. De veiligheid van de bemanningen is daardoor niet gegarandeerd. "Voor de veiligheid op zee is dit niet goed", zegt Marc de Natris, voorzitter van de Koninklijke Vereniging Marine Officieren (KVMO).
"We hebben al te weinig schepen. Er is veel bezuinigd en de marine is aanzienlijk verkleind. Dat er nu ook nog schepen uitvallen, is een serieus probleem."
Het probleem met de blussystemen kwam vorige maand aan het licht door een storing in de sprinklerinstallatie van de Zr. Ms. Holland, zegt het ministerie van Defensie. "De grote waterdruk tijdens het blussen kan het systeem niet doorstaan", schrijft staatssecretaris van Defensie Barbara Visser in een brief aan de Tweede Kamer.
De marine is door bezuinigingen erg klein geworden, dus dan is ieder schip belangrijk.
Marinekenner Jaime Karremann, van marineschepen.nl, zegt dat de staat van de Nederlandse marine niet in orde is. "De huidige staat van onze marine is zorgelijk. We hebben 28 schepen en daarvan moeten er 23 worden vervangen, omdat ze verouderd zijn. En dan heb je vijf schepen die wel goed zijn: de Karel Doornman en vier patrouilleschepen. En die hebben nu dus een probleem."
Voor de inzetbaarheid is elk schip cruciaal, zegt Karremann. "De marine is door bezuinigingen erg klein geworden, dus dan is ieder schip belangrijk. En als er dan vier ineens een probleem hebben, dan slaat dat een enorm gat in je plannen."
"Veel dingen zijn aan vervanging toe, en niet alle systemen werken. Maar dit zijn nou juist de boten die het nieuwst en modernst zijn, dus als die het dan niet doen, is dat ontzettend vervelend", zegt Karremann.
Brandblussers
Onderzoek wees uit dat de bevestigingsbeugels en koppelingen op alle vier de schepen niet in orde zijn. De verwachting is dat drie van de vier schepen uiterlijk over een jaar weer volledig operationeel inzetbaar zijn. In die periode moet de Zr. Ms. Holland dienen als stationsschip op de Nederlandse Antillen. Deze missie gaat gewoon door, maar met extra personeel en brandblussers.
Paul Flos, Hoofd Maritieme Instandhouding, zegt dat het het hele systeem op de schepen moet worden vervangen. "Dat betekent een ontzettend grote klus. Dat systeem zit in elk verblijf, in elke ruimte. Vaak achter plafondplaten. Dat moet er allemaal uit en dat is een hele klus."
Het blussysteem op de schepen is gekoppeld aan rook- en vlamdetectoren. Zodra sensoren een brand detecteren, begint het watermistsysteem direct met blussen.
"Daardoor kunnen deze schepen worden ingezet met weinig personeel, omdat het brandblussysteem geautomatiseerd is. Dus ze zijn redelijk goedkoop in het gebruik. Ze kunnen met vijftig man in plaats van honderd man varen. Maar dan moet dat systeem natuurlijk wel werken", zegt Karremann.
NAVO
"De missies die deze schepen doen, liggen in het lagere geweldspectrum. Vooral drugs- en piraterijmissies. Normaal gesproken zijn er drie van de vier schepen op missie of in voorbereiding voor een missie", zegt De Natris.
Karremann: "De marine heeft natuurlijk steeds vragen of ze schepen kunnen leveren, bijvoorbeeld voor de NAVO. Dan moeten alle schepen beschikbaar zijn. Nu ben je niet meer flexibel en loop je voortdurend achter de feiten aan. Er is geen ruimte meer en de vraag is heel groot."