NFI overbelast door drugstests politie
De politie test zo veel bestuurders op drugs dat het Nederlands Forensisch Instituut de vraag niet aankan. Er komen veel meer bloedmonsters binnen dan was verwacht, zegt het instituut in De Telegraaf. Sinds 1 juli gelden wettelijke limieten voor drugsgebruik in het verkeer.
Als politiemensen vermoeden dat een bestuurder mogelijk drugs heeft gebruikt, wordt eerst een speekseltest afgenomen. Als die positief is, wordt op het bureau bloed geprikt.
Onderzoekers van het NFI bekijken vervolgens in het lab of de bestuurder te veel gebruikt heeft. Binnen twee weken zou er een uitslag moeten liggen. In tegenstelling tot de resultaten van de speekseltest kunnen die van het bloedonderzoek als bewijs gebruikt worden bij de rechter.
Grote drukte
Het NFI ging ervan uit 133 tests per maand te moeten doen, maar vorige maand kreeg het instituut er ruim twee keer zo veel te verwerken. Daardoor lukt het niet om op tijd met een uitslag te komen.
Een woordvoerder van het NFI zegt tegen het ANP dat er meer geld moet komen om de capaciteit te verhogen, of minder getest moet worden. Binnenkort vindt over de kwestie overleg plaats tussen het NFI, de politie, het OM en het ministerie van Justitie en Veiligheid.
De politie wil op die gesprekken niet vooruitlopen, maar een woordvoerder zegt tegen de NOS dat agenten tot nu toe positieve ervaringen hebben met de tests.
Limieten
Er gelden wettelijke limieten voor twaalf middelen, waaronder speed, cocaïne, cannabis en GHB. Wie betrapt wordt, kan een boete of zelfs een gevangenisstraf krijgen. Als een bestuurder binnen vijf jaar twee keer onder invloed blijkt te zijn, moet hij opnieuw rijexamen doen.