Een nieuw Deltaplan, maar dan anders: minder dijken, meer natuur. Daarvoor pleiten, los van elkaar, het Wereld Natuur Fonds (WNF) in het rapport Zoute en zilte natuur in Nederland, en veertig wetenschappers in een manifest.
De dijken beschermen Nederland tegen het water, maar de drastische afsluiting van de Zeeuwse Delta lijkt niet de beste oplossing voor de natuur. Het verloop van eb en vloed is verdwenen.
Daarom wordt er gekeken naar nieuwe technieken, zoals doorlaatbare dijken. De tijd dat het zeewater werd gezien als vijand is definitief voorbij. Beton en bakstenen moeten plaatsmaken voor zandplaten en natuur.
De sluizen op een kier
Zo worden de sluizen bij het Haringvliet volgend jaar op een kier gezet, om zout zeewater te vermengen met zoet rivierwater. Het WNF is er blij mee. "Na heel lang praten is er eindelijk een knoop doorgehakt. Wat ons betreft is het een eerste stap op weg naar nog veel meer", zegt Bas Roels.
Want volgens hem verliezen we nu nog steeds veel unieke natuur. "Door alle afsluitingen, afdammingen en inpolderingen is alle dynamiek totaal verdwenen. Eigenlijk zijn alle zeearmen afgesloten. Er kunnen geen vissen meer in en er is geen zandplaat te vinden. Terwijl die belangrijk zijn voor de vogels."
We moeten werken met de natuur om de boel veilig, droog en welvarend te houden.
Bij de Zuid-Hollandse eilanden en in Zeeland is bij de Deltawerken een strikte scheiding gemaakt tussen zee en land, tussen zout en zoet water. De veiligheid van de bevolking stond na de Watersnoodramp van 1953 voorop. De natuur kwam op de tweede plaats.
Volgens Roels is het begrijpelijk dat die keuze destijds is gemaakt. "Er moest een antwoord komen op die verschrikkelijke overstromingen. En ook in de toekomst staat de veiligheid voorop. Maar daarbij moeten we wel kijken naar de inrichting van het land."
En de natuur moet een bondgenoot zijn, zegt Roels. "Als het aan het WNF ligt zetten we grootschalig in op het herstel van de Delta-natuur. We moeten werken met de natuur om de boel veilig, droog en welvarend te houden."
Aardappelvelden tegenover natuurbehoud
Het had weinig gescheeld of het gebied tussen Holwerd en Ameland was in de jaren 60 ook ingepolderd. Volgens Arjan Berkhuysen, directeur van de Waddenvereniging, ging daar een lange strijd aan vooraf. Boeren en milieuactivisten stonden lijnrecht tegenover elkaar.
"De boeren wilden hier aardappelvelden maken, maar er waren ook mensen die de mooie natuur wilden behouden. Het is een proces van jaren geweest, maar nu is hier een werelderfgoed natuurgebied."
Volgens Berkhuysen zien de boeren nu ook de economische waarde van het gebied. "Wat het trekt enorm veel toeristen." Er is zelfs een plan van 60 miljoen euro om een deel van het land terug te geven aan de zee: Holwerd aan Zee.
Zo wordt de plaats Holwerd voor het eerst in de geschiedenis rechtstreeks verbonden met de Wadden. "Daardoor kan zoet en zout water weer met elkaar mengen. Volgens mij heeft het een grote kans van slagen", zegt Berkhuysen.
De zandmotor
Landschapsarchitect Dirk Sijmons is mede-bedenker van de zogenoemde zandmotor bij Kijkduin. Het is een opgespoten schiereiland van zand voor de kust. Door wind, golven en zeestroming verspreidt het zand zich langs de kust. Hierdoor groeit de kust op een natuurlijke manier aan.
"De waterveiligheid staat hier centraal. Dat je natuurlijke processen in plaats van beton kan gebruiken, is een bonus. Net als het natuurgebied dat nu is ontstaan", zegt Sijmons. "En er wordt ook volop gerecreëerd. Kitesurfers maken graag gebruik van het binnenmeer dat is ontstaan."
Met het aantreden van een nieuw kabinet groeit de roep om op een heel nieuwe manier naar de Nederlandse Delta te kijken. Volgens Sijmons, die ooit betrokken was bij het oorspronkelijke Deltaplan, is het hoog tijd voor een nieuwe fase.
"We moeten op de lange termijn naar een soort tweede oplevering van de Deltawerken. Ik heb het dan niet over het afbreken ervan, maar bijvoorbeeld over de openingen op een kier zetten. We moeten niet meer schuilen achter de dijken."