Burundi stapt als eerste land uit het Internationaal Strafhof
Burundi heeft zich als eerste land officieel teruggetrokken uit het Internationaal Strafhof (ICC). Volgens het land legt het ICC - dat zich uitspreekt over genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid - te veel nadruk op misdrijven die zijn gepleegd in Afrika.
Het ICC bevestigde tegenover Reuters dat Burundi vanaf vandaag geen deel meer uitmaakt van het Strafhof. Burundi maakte de wens om uit te treden een jaar geleden bekend. In navolging van Burundi lieten Gambia en Zuid-Afrika vorig jaar weten om dezelfde reden uit het Strafhof te willen stappen, maar die besluiten werden teruggedraaid. Bij het ICC werden tot dusver tien zaken onderzocht. Negen daarvan tegen voormalig leiders en krijgsheren uit Afrika.
De terugtrekking van Burundi heeft geen invloed op het ICC-onderzoek dat is ingesteld naar gewelddadigheden rond de presidentsverkiezing van 2015. Pierre Nkurunziza won die verkiezingen en begon, in strijd met de Burundese grondwet, aan een derde ambtstermijn. Tegenkandidaten en media zouden zijn geïntimideerd.
Rusland
Vorig jaar november trok ook Rusland de steun aan het Strafhof in. President Poetin wees op een gebrek aan daadkracht van het ICC. Ook was de internationale kritiek op de annexatie van de Krim door Rusland een reden voor dat land om zich terug te trekken.
Overigens had Rusland het verdrag wel ondertekend maar nooit geratificeerd, waardoor het ICC feitelijk nooit rechtsbevoegdheid had over Rusland. Het Strafhof kan alleen bindende uitspraken doen over landen die bij het ICC zijn aangesloten. De Verenigde Staten en China hebben het ICC nooit erkend.