'Slechte Noord-Korea-kenners houden mysterie rond regime in stand'
"Er zijn heel veel Noord-Korea-specialisten, maar de meesten vallen af omdat ze zich nooit echt in de taal en cultuur van het land verdiept hebben." Korea-kenner Remco Breuker vindt dat slecht geïnformeerde specialisten een verkeerd beeld laten ontstaan van het regime van Kim Jong-un.
"Het is een heerlijk land om van alles over te zeggen, want Noord-Korea praat niet terug", zegt Breuker in Met het Oog op Morgen. "Je kunt zeggen wat je wilt en dat gebeurt dus ook." Dat is helemaal het geval de laatste tijd met de oplopende spanningen tussen Noord-Korea en de VS.
Veel specialisten stellen Noord-Korea voor als "een zwart gat" waar we niets van weten, maar dat klopt niet, vindt Breuker. Want als kenners zich hadden verdiept in de taal en cultuur, zouden ze wel beter weten. "Als je in staat bent om met Noord-Koreanen te praten, of Noord-Koreaanse documenten te lezen, dan heb je ontzettend veel informatie. Maar dat moet je dan wel doen."
Er is echt iets mis met hoe wij denken over Noord-Korea
Het land is volgens Breuker een stuk minder geïsoleerd dan we denken. Noord-Korea steunt al sinds de vorige eeuw veel Afrikaanse onafhankelijkheidsbewegingen met wapens en training. Veel van die landen doen nog steeds zaken met het Noord-Koreaanse regime. Daarnaast verdiende het land geld met de bouw van talloze grote monumenten in Zuidelijk Afrika.
"Er is echt iets mis met hoe wij denken over Noord-Korea. Ik heb veel gesprekken over het land gehad en soms ga ik gierend gefrustreerd weer weg. Bij de VN bijvoorbeeld, die de sancties monitoren, was het dramatisch. Ze hebben daar geen Korea-deskundige in het Noord-Korea-panel. Er is veel te weinig expertise."
De sancties zoals die nu van kracht zijn, helpen volgens Breuker daarom te weinig. Er geldt nu een beperking van de export uit Noord-Korea en van investeringen in het land. "Je hebt juist slimme sancties nodig. Je moet meer onderzoek doen om te weten waar Noord-Korea het geld vandaan haalt. Er moet gekeken worden naar de kleine bedrijfjes, ook in de EU, die geld binnenharken voor het land."