Weerstand tegen aftapwet: 'Gewone burgers horen niet in vizier overheid'
Politiek was het geen spannend wetsvoorstel. Driekwart van de Tweede Kamer stemde ruim een half jaar geleden in met de nieuwe Wet op de Inlichtingendiensten en ook in de Eerste Kamer kon de wet op een ruime meerderheid rekenen.
Toch is er veel verzet tegen de wet, die de geheime diensten meer bevoegdheden geeft. Studenten die een referendum over de 'sleepwet' willen afdwingen, hebben inmiddels 179.000 van de vereiste 300.000 handtekeningen verzameld. Een coalitie van zeker acht organisaties werkt aan een rechtszaak, omdat de nieuwe wet in strijd zou zijn met de mensenrechten.
"Deze wet verandert hoe we omgaan met onschuldige burgers", zegt Joran van Apeldoorn van de groep studenten. "Niet alleen verdachte, maar ook onschuldige burgers worden straks afgetapt. Wij vinden die privacy-inbreuk zo groot dat mensen zich daar in ieder geval zelf over moeten kunnen uitspreken."
Ongericht tappen
Het voornaamste kritiekpunt op de nieuwe wet, dat ook leidde tot de bijnamen 'sleepwet' en 'aftapwet', is de bevoegdheid voor de geheime diensten om ongericht te tappen. Zo kunnen de geheime diensten op zoek naar bepaalde patronen in het internetverkeer: wie communiceert met welke server?
Op dit moment mogen de geheime diensten ook al aftappen, maar die bevoegdheid mag alleen gericht worden ingezet: de geheime diensten moeten individuele internetverbindingen aanwijzen die ze willen aftappen. Vanaf 1 januari verandert dat en mogen de geheime diensten grotere hoeveelheden verbindingen in één keer aftappen.
Onschuldige burgers worden in het vizier van de overheid gebracht, terwijl ze daar niet horen.
"Daarmee creëren we een sleepnet waarmee onschuldige burgers in het vizier van de overheid worden gebracht, terwijl ze daar niet horen", zegt Ton Siedsma van burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom.
Rechtszaak
Ook de rechtszaak tegen de nieuwe wet richt zich mogelijk deels op dat 'sleepnet'. "Het is een van onze problemen met de wet, we zijn nog aan het vaststellen waar we de nadruk op gaan leggen", zegt advocaat Jelle Klaas van het Nederlandse Juristencomité voor de Mensenrechten. Dat comité voert het woord namens de samenwerkende burgerrechtenorganisaties. Duidelijk is volgens die coalitie wel dat de wet in strijd is met de mensenrechten.
De rechtszaak begint op zijn vroegst 1 januari, omdat de wet dan in werking treedt. "Daar willen we op wachten omdat een wet die nog niet geldig is een reden kan zijn voor de rechter om de zaak af te wijzen", aldus Klaas.
Bij zijn coalitie hebben onder meer burgerrechtenorganisatie Privacy First, de Nederlandse Vereniging van Journalisten en de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten aangesloten. Ook een aantal kleinere bedrijven doet mee, terwijl Bits of Freedom nog nadenkt over deelname.
Wat het ministerie van Binnenlandse Zaken betreft is die nieuwe bevoegdheid simpelweg nodig. "Om hun werk goed en effectief te kunnen blijven doen moeten diensten over hetzelfde gereedschap kunnen beschikken als de aanvallers", zegt het ministerie in een schriftelijke reactie.
Dat iedereen zomaar kan worden afgeluisterd, is volgens het ministerie niet waar: "Het is niet zo dat zij nu alles en iedereen mogen afluisteren. Van een sleepnet is ook geen sprake", zo valt te lezen. Het verbeterde toezicht in de nieuwe wet moet ervoor zorgen dat er geen misbruik wordt gemaakt van de wet.
Er wordt een beeld geschetst alsof we een soort DDR worden.
"Het beeld van een sleepnet is onterecht. Er wordt een beeld geschetst alsof we een soort DDR worden", zegt ook hoogleraar Governance of Intelligence and Security Services Paul Abels van de Universiteit Leiden. Hij werkte jarenlang bij de AIVD. "Hun focus zal altijd liggen op personen waarover een behoorlijk vermoeden bestaat dat ze een risico voor de veiligheid vormen."
Toch is dat beeld ook wel een beetje de schuld van de geheime diensten zelf, zegt Abels. Die zouden opener moeten zijn. "We leven in een open samenleving, het kan niet meer zijn zoals vroeger dat de geheime dienst onder de radar blijft", zegt Abels. "Ze moeten uitleggen waar ze mee bezig zijn."
Bovendien is de kans dat data van onschuldige burgers terecht komen in de 'datahooiberg' van de AIVD allerminst onrealistisch. Als grotere hoeveelheden internetverkeer in één keer mogen worden afgetapt, is de kans groot dat daar ook data tussen zitten van mensen die niets op hun kerfstok hebben.
De overheid belooft dat een groot deel van de data meteen wordt weggegooid, maar dat staat niet in de wet, zei hoogleraar informatierecht Nico van Eijk eerder tegen de NOS. Bovendien mogen alle verzamelde data, ook die van onschuldige burgers, drie jaar lang worden opgeslagen. Van de wet mogen ook gegevens die niet van belang zijn voor een onderzoek bewaard worden.
Streep door de wet?
De Raad van State waarschuwde het kabinet eerder dat de bewaartermijn van drie jaar mogelijk in strijd is met het Europese mensenrechtenverdrag. De kans is daarmee aanwezig dat het Europees Hof van Justitie een stokje steekt voor de wet. In december zette het Hof nog een streep door de ongebreidelde verzameling van locatie- en telecomdata.