De collegezalen van de universiteiten stromen vanaf vandaag weer vol. Behalve Nederlandse studenten, meldt zich ook een recordaantal buitenlandse studenten. Het percentage studenten van over de grens is in tien jaar tijd ruim verdubbeld.
Universiteiten zijn positief over de internationalisering, maar er worden ook steeds meer vragen gesteld over die snelle groei. Want waar ligt de grens? Hoeveel studenten willen we in Nederland opleiden? Is die internationalisering eigenlijk wel wenselijk?
Meer studenten opleiden loont
Het Rathenau Instituut deed onderzoek naar de snelle opmars van de buitenlandse student. Die internationalisering blijkt bij alle Nederlandse universiteiten te spelen. Rathenau ziet een oorzaak in de manier waarop op dit moment de financiering is geregeld.
"De universiteiten krijgen geld uit één pot en de hoeveelheid studenten telt sterk mee bij de verdeling van het geld", zegt directeur Melanie Peters. "Het loont dus om meer studenten op te leiden. Dat maakt dat universiteiten met elkaar proberen te concurreren op aantallen."
Universiteiten krijgen geld van het Rijk voor Nederlandse studenten en studenten uit EU-landen. Studenten uit andere landen betalen een bedrag dat de universiteit zelf bepaalt, gebaseerd op de kosten van de opleiding. Omdat het aantal Nederlandse studenten amper stijgt, zetten universiteiten in op het aantrekken van studenten over de grens.
Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) herkent het beeld dat Rathenau schetst. "We zijn bang dat voor universiteiten vooral de financiën leidend zijn bij het kiezen voor internationale studenten, en niet de inhoud", zegt voorzitter Rhea van der Dong.
Universiteiten denken volgens haar te makkelijk over internationalisering. "Daar zijn investeringen, scholing en begeleiding voor nodig. Het gebeurt nu vaak ondoordacht en onzorgvuldig, en daar hebben uiteindelijk de docenten en studenten last van."
Zo hoort ze vaak van studenten dat er ineens in het Engels les wordt gegeven. "En dat dat lang niet altijd goed Engels is. Maar er moet bijvoorbeeld ook andere literatuur worden voorgeschreven. En ook de interactie tussen de studenten vormt een uitdaging."
We willen onze studenten voorbereiden op een internationale toekomst.
Ze benadrukt dat internationalisering op zich niet verkeerd is. "Het is heel leerzaam om studenten met een andere achtergrond en perspectieven te leren kennen. Op die manier kan je je breder ontwikkelen. Maar het moet op een goede manier gebeuren, anders heeft niemand er wat aan."
International classroom
Vooral technische universiteiten trekken veel studenten van over de grens. De universiteit van Twente zag de hoeveelheid buitenlandse studenten in tien jaar tijd verviervoudigen. Vooral veel studenten uit Duitsland schrijven zich in.
"Wij verwelkomen die internationale studenten graag. We willen al onze studenten voorbereiden op een internationale toekomst door ze een international classroom te bieden", zegt bestuursvoorzitter Victor van der Chijs.
Een mix van studenten ziet hij juist als een groot voordeel. "Steeds meer studenten gaan in het buitenland of voor een buitenlands bedrijf werken. Zo wennen ze alvast aan het Engels en kunnen ze zien dat het werken met andere culturen een verrijking is."
Voldoende geld voor universiteiten
Het beeld van een ratrace om de buitenlandse student om zoveel mogelijk geld binnen te halen, herkent hij niet. "Uit onze berekeningen blijkt dat elke student ons meer kost dan hij oplevert. Dus het helpt ons niet als we ongebreideld zouden groeien."
Volgens Van der Chijs moet uiteindelijk de overheid meer geld uittrekken voor het universitair onderwijs. "De universiteiten zijn hard gegroeid, niet alleen met internationale studenten maar ook met Nederlandse studenten, en dat loopt niet gelijk met de financiering. Dat is het echte probleem."