Japanse toestanden vermijden? Een trein eerder kan al helpen
Misschien moet de NS maar oshiya gaan inzetten. Komende maand verwacht het ov-bedrijf 35 miljoen mensen te vervoeren, een toename van anderhalf miljoen op het recordaantal van vorig jaar. "Staan in de spits zal erbij horen", waarschuwt de een NS-woordvoerder.
In Japan lossen ze dergelijke problemen al een halve eeuw op met oshiya, ofwel treinduwers: genadeloos wordt de massa als sardientjes in een blik gewrongen. Met keurige witte handschoentjes, dat wel.
Zulke maatregelen zijn in Nederland niet nodig, denkt hoogleraar Planologie Henk Meurs. Anders dan op de weg is de spits in de trein van korte duur, van 07.30 tot 08.30 uur. "Met name tussen 08.15 en 08.30 uur zijn de treinen bomvol. De hyperspits noemen ze dat", zegt Meurs. "Zodra je een kwartiertje eerder of later gaat, valt de drukte mee."
Als voorbeeld geeft Meurs de universiteiten. Hier en daar zijn experimenten met een kwartier eerder of later beginnen. "De hogeschool in Nijmegen denkt eraan eerder te beginnen, de universiteit later. Dat lost al wat op. Een klein beetje verschuiven helpt een groot aantal mensen."
Radicaal anders gaan werken zal er niet inzitten, verwacht Ton Wilthagen, arbeidsmarktexpert van de Tilburg University. Het is onhandig als de ene collega 's avonds werkt en de andere overdag blijft komen. Vergaderen vergt dan meer organisatie "In theorie kan het, maar in de praktijk werkt het niet. Dan ontstaan er dag- en avondploegen. Mensen moeten elkaar nog steeds kunnen zien, ook al is je kantoor 24/7 open."
Straks komt er een punt dat er niet genoeg spoor meer is.
Ook veel thuiswerken biedt niet de oplossing, vreest Wilthagen. "Mensen merken al gauw dat ze contact verliezen met collega's. Eén dag per week kan prima, maar als je langdurig thuiswerkt, is dat niet bevorderlijk voor je carrière, omdat je uit zicht raakt. Bovendien valt de op de lange termijn productiviteit terug: mensen denken ik kan nog wel even een wasje draaien of naar de supermarkt."
"De groei die nu is ingezet, zet door", voorspelt Meurs over de drukte op het spoor. "De economie groeit en er is schaarste op de woningmarkt in steden als Utrecht en Amsterdam. De woon-werkafstanden nemen daarom toe."
De NS onderstreept dat de tekorten aan materieel zijn weggewerkt. Dit jaar rijden er 2750 rijtuigen, 200 meer dan vorig jaar. Volgend jaar komen daar nog eens 118 nieuwe sprinters bij. "Straks komt er een punt dat er niet genoeg spoor meer is. Dan moet er geïnvesteerd worden in de infrastructuur."
Op lange termijn zullen we toch meer moeten gaan betalen als we in de spits rijden.
Meurs ziet dat niet als dé oplossing. "Er is meer geld nodig om de problemen op te lossen, maar je kunt er niet tegenop bouwen. Met alleen geld red je het niet, je moet ook iets doen aan die stroom reizigers."
"Op lange termijn zullen we toch meer moeten gaan betalen als we in de spits rijden. Mensen zullen daardoor geprikkeld worden, gaan nadenken over wanneer ze gaan reizen."
Vooralsnog houdt de NS het liever op een bonus voor wie de spits mijdt: 21.000 abonnementshouders krijgen niet alleen voor 06.30 en na 09.00 uur korting, maar ook in de 'schaduwspits' rond de topdrukte.
En de vervoerder experimenteert met beloningen: wie op bepaalde trajecten buiten de spits reist, kan sparen voor cadeautjes, zoals uitjes, een bioscoopkaartje of koffie met een gevulde koek.