'Arbeiders Indiase steengroeven halen vaak de 50 niet'
Het kan het werkblad van je keuken zijn, de stenen in je tuin, de vensterbank of de nieuwe vloer van je badkamer. Als ze van graniet zijn, is er een flinke kans dat ze afkomstig zijn uit India, een van de grootste granietleveranciers ter wereld. En volgens nieuw onderzoek kan er dan heel goed kinderarbeid aan te pas zijn gekomen. Maar in de Indiase steengroeven is nog veel meer mis.
Vanochtend berichtte dagblad Trouw over de misstanden in steengroeven, waar ook enkele Nederlandse importeurs hun graniet vandaan halen. "De omstandigheden in die groeven zijn vreselijk", stelt Gerard Oonk van de Landelijke India Werkgroep in het NOS Radio 1 Journaal. "Mensen die er werken, worden vaak niet oud."
Longziektes
"Dat heeft te maken met het werk dat ze doen, het stof dat ze inademen en de longziektes die ze daardoor oplopen. Vaak worden die mensen niet ouder dan 40, 50 jaar", zegt Oonk. Zijn organisatie was ook betrokken bij het onderzoek in de groeven, samen met Stop Kinderarbeid en Kerk in Actie.
Ze voerden het onderzoek niet zelf uit, maar gebruikten lokale mensen. "Indiase onderzoekers met veel ervaring. Ze gaan onopvallend het veld in en praten met arbeiders in de groeven. En al die gegevens worden nog een keer gecheckt."
Schuldslavernij
Veel granietarbeiders gaan gebukt onder 'schuldslavernij'. Ze hebben een voorschot gekregen van hun werkgever, vaak om medische kosten te betalen want ze zijn niet verzekerd. Maar over dat bedrag moeten ze een hoge rente betalen.
Uit het onderzoek blijkt dat drie Nederlandse importeurs zaken doen met groeven die het niet zo nauw nemen met de leeftijd van hun werknemers en hun gezondheid. Bij een vierde bedrijf, Arte di Granito, werden geen misstanden aangetroffen.
Nederlandse bedrijven hebben vaak het idee: bij onze groeven is niet zoveel aan de hand.
"Maar de hele sector is vergeven van dit soort praktijken", stelt Oonk. "De situatie is behoorlijk triest. Er zijn wel verschillen, maar het is nergens allemaal op orde."
"De Nederlandse bedrijven hebben vaak het idee: bij onze groeven, waar ze vaak niet eens komen, of alleen voor een kort bezoekje, is niet zoveel aan de hand. Of ze denken misschien: er is alleen wat kinderarbeid en dat neemt af. Dat is ook zo, maar er zijn dus nog heel veel andere problemen in die groeven."
Verbetering
Als bedrijven al niet weten wat zich in de granietgroeven afspeelt, is het voor consumenten helemaal moeilijk om te achterhalen onder welke omstandigheden hun aankoop is gewonnen. "Dat is ingewikkeld", erkent Oonk. "We hebben wel een soort rangorde aangegeven van slecht en minder slecht. Maar wat we nu vooral doen, is proberen met de bedrijven en met lokale organisaties, de dorpsraad en onderwijzers de situatie te verbeteren. Dat lukt niet van vandaag op morgen."
De Nederlandse bedrijven die in het rapport The Dark Sites of Granite worden genoemd, zeggen in Trouw dat ze zich juist inspannen om verantwoord te werken.
Oonk: "Ze zeggen: kom maar op met die lijst, dan weten we waar de misstanden zijn en kunnen we actie ondernemen. Maar dat is een beetje een drogredenering. Want ze zouden toch moeten weten waar hun leveranciers zitten."
Afspraken maken
De Landelijke India Werkgroep zit bij de SER aan tafel met bedrijven om te praten over een soortgelijke afspraak die textielbedrijven ruim een jaar geleden al met elkaar hebben gemaakt. Op dat textielconvenant, waarin kledingbedrijven beloofden kinderarbeid, uitbuiting, dierenleed en milieuvervuiling tegen te gaan, moet nu een granietconvenant volgen.
Zo'n convenant is de beste kans om de problemen aan te pakken, denkt Oonk. "Je zou er ook een paar groeven kunnen uitpikken en zeggen: daar doen we geen zaken meer mee. Maar omdat er in de hele sector zoveel misstanden zijn, gaan ze dan gewoon naar een ander. Dat hebben we ook altijd gezien bij de kledingbedrijven. Maar nog belangrijker is dat je, als je er een paar groeven uit zou pikken, de arbeiders daar kwetsbaar maakt voor represailles. Zo van: jullie hebben gepraat met die onderzoekers, dus gaan we jullie aanpakken."